MINIBUSEXCURSIE, VRIJDAG 2 FEBRUARI 2024
Nee, de blogtitel verwijst natuurlijk niet naar de plek waar de excursie vandaag plaatsvond. De kop van Noord-Holland in de winter is doorgaans een heerlijke en vogelrijke regio en ik ga er met plezier een paar keer heen. Nee, het verwijst naar een uitspraak die vandaag een paar keer mijn mond verliet, daardoor een soort van "running gag" werd en op voorspraak van de deelnemers dus haast wel de titel van het blog moest worden!
We startten deze excursiedag in de binnenhaven van Den Oever en vanaf de zuidkant zagen we in een vloek en een zucht (beide figuurlijk) twee heel leuke soorten zwemmen, zij het op zeer grote afstand. Dankzij de telescopen konden we namelijk zowel een IJseend als een Kuifduiker tussen de vooral Kuifeenden (maar ook de baltsende Brilduikers!) oppikken. Twee leuke waarnemingen, maar omdat de kwaliteit wat te wensen overliet, besloten we een stuk om te rijden in de hoop de vogels wat dichterbij te zien te krijgen. Dat lukte in eerste instantie echter niet. Gek genoeg konden we beide vogels niet terugvinden. En dát, dat zijn nou dingen waar ik slecht tegen kan! Als je weet dat ze ergens moeten zwemmen, kan ik moeilijk tegen mijn verlies en daardoor bleef ik misschien iets langer doorzoeken dan de deelnemers in eerste instantie lief was. Maar gelukkig, gelukkig leverde dit doorzetten wel wat op, want eerst verscheen de IJseend ineens toch in de kijker en toen we op het punt stonden om weg te gaan zag ik ook de Kuifduiker op afstand weer zwemmen. Met een beetje rondlopen en geduld zagen we beide vogels uiteindelijk een heel stuk mooier dan de eerste keer!
Na de koffie en koek reden we richting de buitenhaven van Den Oever en het Schor. Het was hoog water, dus er waren veel steltlopers op het resterende stukje wad aanwezig, maar de stevige wind maakte het lastig om deze uitgebreid en zorgvuldig te checken. Naast een Middelste zaagbek, een groep Oeverpiepers en aardig wat Dodaarsjes kwamen we derhalve niet heel veel verder dan de "gebruikelijke" Scholeksters, Bonte strandlopers, Rosse grutto's, Wulpen, Tureluurs en Steenlopers.
Denk je aan de Kop van Noord-Holland in de winter, dan horen daar zeker de leuke soorten rotganzen (Witbuik- en Zwarte rotgans) en Patrijzen bij. Deze zitten doorgaans in het akkergebied ten westen van Den Oever, maar zijn zeker niet vanzelfsprekend. Na wat rondrijden op de karakteristieke, smalle landweggetjes van Wieringen was het zowaar raak in een grasland nabij Stroe! Patrijzen blijven een soort van speld in een hooiberg, dus we prezen ons gelukkig met de fijne waarneming van een paartje, zij het op enige afstand.
Toen we naar de Patrijzen stonden te kijken, zagen we op afstand ook een groep rotganzen lopen. Het grappige was dat toen deze groep om onduidelijke reden opvloog, deze even later vlak voor ons besloot te landen. Perfect, en al snel pikten we er de eerste pareltjes uit in de vorm van zeker VIER Witbuikrotganzen. Een paartje en twee "losse vogels" waren met wat moeite (de ganzen liepen dicht op elkaar en er zit hier flink wat reliëf in de vorm van bulten en greppeltjes in het land) mooi te zien.
Er restte ons nu nog één soort: Zwarte rotgans. En hoe goed we ook de verschillende groepen checkten: het lukte uiteindelijk niet om 'm er tussenuit te pikken, mede door de afstand en dus het lastige landschap. En daar kan ik dus niet zo goed tegen, omdat ik weet uit eerdere waarnemingen dat er wel eentje tussen de duizenden vogels zou moet lopen. Uiteindelijk moest ik mijn verlies nemen (we zagen nog wel mooie groepen Toendrarietganzen) en verlegden we de focus naar een bekende uilenroest in de buurt. Ik zie het aantal Ransuilen dat hier de winter doorbrengt jaarlijks afnemen en dit jaar werd een nieuw dieptepunt bereikt: we zagen nog maar drie exemplaren... Het zou zo maar eens kunnen dat dit het laatste jaar is dat we deze roest kunnen bezoeken. Sowieso lijkt deze streek niet echt muizenrijk, aangezien we ook veel minder andere roofvogels of bijvoorbeeld Grote zilverreigers troffen dan in bijvoorbeeld Groningen of Friesland.
De volgende bestemmingen waren de gebieden ten zuiden van Den Oever langs de Noorderdijkweg. De aantallen vogels vielen daar enigszins tegen. Vooral de afwezigheid van de Toppers was jammer. Mij staat het tapijt van vorig jaar nog vers in het geheugen en de enkele exemplaren die we vonden tussen de Kuifeenden stonden in schril contrast met het waanzinnige schouwspel dat we toen voorgeschoteld kregen. Nu weet ik dat de groepen zich regelmatig verplaatsen en dat de aanwezigheid niet vanzelfsprekend is, maar spijtig was het wel. Naast de paar Toppers was het ook wat karig met andere soorten op het IJsselmeer. Veel verder dan wat Brilduikers en Middelste- en Grote zaagbekken kwamen we niet.
In en rondom een rij elzen zagen we nog wel een enorme groep zangvogels, bestaande uit enorm veel Putters en Vinken, maar ook wat Koperwieken, Kramsvogels en zeker één mooie man Keep. Ik was echter de enige die de Keep in beeld had gehad en aangezien de rest deze vogel ook graag wilde zien, draaiden we de groep een keer of tien in z'n geheel en zorgvuldig binnenstebuiten. Je raadt het al: geen spoor meer van de Keep. Kijk, en dáár kan ik dus slecht tegen!
We reden wat polders door hopend op mooie groepen ganzen en zwanen. Deze kregen we niet, maar in plaats daarvan vonden we wel een adulte Dwergmeeuw tussen wat Kokmeeuwen en zagen we een Koereiger zeer dicht langs een weggetje foerageren; geinig!
In een laatste groep ganzen voor we terug reden naar de verzamelplaats, troffen we een enigszins verwarrend exemplaar. Ik ben geneigd deze donkere kolgans zonder kol, met een relatief forse snavel (bijna Taigarietgansachtig), een donkere kop en een erg smalle witte eindband aan de staart (wederom) een hybride rietgans x kolgans te noemen, maar als er andere meningen zijn, hoor ik die graag!
Deze hersenbreker betekende het einde van wederom een mooie dag buiten. Deelnemers, veel dank en mocht je deze excursie ook eens willen meemaken: er is nog precies één laatste plekje vrij op de excursie van volgende week zaterdag 10 februari!
Comments