top of page

EXCURSIE OOSTVAARDERSPLASSEN: ALS SCHERVEN GELUK BRENGEN, WORDT DIT ONS JAAR!

Gisteren/afgelopen zaterdag vond de volgende "kleine" dagexcursie plaats naar de Oostvaardersplassen. Dit vaste onderdeel van ons voorjaarsprogramma kan steevast op veel interesse rekenen en de afgelopen edities waren dan ook altijd volgeboekt; twee volle minibusjes vol gezelligheid en enthousiasme zorgden bij vaak heerlijke voorjaarsomstandigheden voor een indrukwekkende daglijst met vele recent gearriveerde soorten. Dit jaar is alles anders, en met alles bedoel ik dan ook echt alles. Het weer had zich perfect aangepast aan het actuele gevoel rondom "Het Virus" van zo goed als iedereen in het land/de wereld: Het duurt te lang, we zijn toe aan positieve veranderingen, maar we zullen het er toch nog even mee moeten doen. Het was bewolkt, koud, kil en in de loop van de middag ook nattig; lente in wintervermomming, dus. Wat betreft vogels weet je dan dat er weinig beweging zal zitten in de voorjaarstrek en dat je je vooral zult moeten richten op de laatste wintergasten en de standvogels. Het mooie van het gebied is dat die op zich al prima ingrediënten zijn voor een succesvolle vogeldag, maar op 10 april hoop je stiekem toch op wat meer. We, tweede gids Lazar en ik (Martijn) gingen dan ook vol goede moed van start (vogels kijken blijft altijd het allerleukste ter wereld, waar en wanneer dan ook!) aan de Almerezijde van het gebied. De opening was leuk; we zagen op een paardenveldje drie lijstersoorten in één telescoopbeeld: een Koperwiek, twee Zanglijsters en een Grote lijster hadden ongeveer dezelfde vierkante meter uitgezocht om te foerageren. Overal om ons heen zongen de Fitissen, Tjiftjaffen en Zwartkoppen zich warm en ook de inmiddels onvermijdelijke Cetti's zangers dienden zich al snel aan om ons de rest van de dag niet meer los te laten. De leukste ontmoeting op de wandeling richting het eerste uitkijkpunt was een groepje Edelherten, dat zich vanuit de bossages zo stil mogelijk hield en hoopte dat we snel zouden doorlopen. Dat deden we natuurlijk ook, maar niet voor we van de gelegenheid gebruik maakten om enkele pasfoto's te maken!

Man Edelhert

Eenmaal bij het buitencentrum aangekomen zagen we dat het ook op de vlakte nog eerder winter dan lente was. Duizenden Brandganzen bevolkten de grasvlaktes en van de soorten die in het plasje te vinden waren was een Nonnetje het meest opzienbarend; een uitgesproken wintergast, dus. Verder zagen we een Slechtvalk op de uitkijk zitten, stonden er vele Kluten in warmblijfstand op een eilandje, vlogen er de nodige Pontische meeuwen rond (nergens is de soort zo makkelijk te vinden als hier!) en patrouilleerde een jonge Zeearend hoog boven het gebied. Enkele Boerenzwaluwen en twee overvliegende Regenwulpen verraadden dat het toch echt april was.

Zeearend
Nonnetje
Tweede kalenderjaar Pontische meeuw
Kluten

Bij het volgende uitkijkpunt zagen we zowaar nog een soort zaagbek, ditmaal een Grote, zat er een jonge Zeearend op een dijkje, vlogen enkele Bruine kiekendieven boven het riet, waren er meerdere Pontische meeuwen voor handen, lepelden wat Lepelaars het water schoon, zat er een Havik in een kale boom en vloog er een ander exemplaar dichtbij langs. Het voorjaar werd vertegenwoordigd door o.a. een groep Kemphanen, een zingende Rietzanger en twee Tapuiten.

Regenwulp
Een groepje Krakeenden zoals je ze in deze tijd veel ziet: het komt in de buurt van een soort gezamelijke baltsvlucht!

Na dik twee uur kwamen we terug bij de auto en was de koffiebehoefte (of in elk geval de behoefte aan warmte) groot ;-). Na het bekende koffie/stroopwafelintermezzo (drie keer woordwaarde) was het tijd voor een architectuurroute door Almere, die eindigde bij de Natte graslanden in de Lepelaarplassen. De naam van dat gebied dekt compleet de lading; het zijn ruige graslanden met veel slenkjes, plassen en slikplaten; een waar vogelwalhalla. Er was dan ook veel te zien, ondanks dat misschien wel de meest beroerde vogelhut van Nederland (en dat is een strijd die je niet zo maar wint; er zijn heel wat krankzinnig beroerde hutten uit de breinen van diverse ontwerpers ontsproten). Een vos trok de meeste aandacht, maar daarnaast zagen we ook soorten als Dodaars, Grutto, Kleine zilverreiger (4), Kemphanen, Bontbek- en Kleine plevieren, een groepje Gele kwikstaarten, Pijlstaarten en nog vele andere zoetwater/moerassoorten. Het is een bijzonder plekje dat een betere hut verdient!

Vos, gade geslagen door Grauwe gans en Bergeenden.
Soms heb je aan een halve eend genoeg!
Dodaars
De wat schaarsere Kleine zilverreigers liepen te ver weg voor een foto, maar de Grote zijn nu ook prachtig! Check deze sierveren en de bizarre kleur van de naakte delen. Broedkleed in optima forma!

Op weg naar enkele uitkijkpunten langs de Oostvaardersdijk, de volgende bestemmingen, hing er plotseling een derdejaars Zeearend boven onze auto's. Helaas konden we niet meteen stoppen (dan hadden we wereldfoto's gehad!) en toen we dat veilig wel konden, had de vogel helaas net besloten wat verder het gebied in te vliegen. Jammer, maar het was desalniettemin prachtig om de imposante vogel even kort recht boven ons te hebben kunnen volgen. Het is dat de zon niet scheen, anders hadden we zeker een slagschaduw gezien! Even later zagen we vanaf de dijk ook een horst van Zeearenden; even imposant als de soort zelf!

Langzaam maar zeker bewogen we richting de noordzijde van het gebied en kwam Lelystad in zicht. Het water tussen de Oostvaardersplassen en Lelystad heet Het Bovenwater en dat is een plek om altijd ook even mee te nemen op een ronde door het gebied. Ondanks de ligging tegen een woonwijk, blijkt de plas vaak goed voor leuke watervogels alsmede meeuwen en sterns en ook vandaag hadden we binnen de minuut enkele Dwergmeeuwen alsmede een paartje Geoorde futen te pakken.

Geoorde fuut
Dwergmeeuw

Aangekomen bij het bezoekerscentrum, begon het wat te druppelen. Donkere wolken pakten zich samen boven het gebied, in onze perceptie aanvankelijk nog slechts letterlijk, maar achteraf bleek dat ook figuurlijk het geval. Vanwege de regen besloot een deelneemster de telescoop maar in de bus te laten en ook enkele tassen bleven achter. Ik kwam er achter dat ik mijn telefoon was vergeten, maar aangezien we al op pad waren en ik er alles aan wilde doen om er, voordat de hemel echt open zou gaan, toch nog wat leuke soorten uit te halen, gokte ik erop dat dat wel goed zou komen.

Het weer bleek echter dusdanig ongunstig (gespetter, met een kille, stevige wind) dat al snel bleek dat er weinig (m)eer te behalen viel. Blauwborsten zongen mondjesmaat, maar deden dat vooral vanuit de dichte begroeiing en verder was het toch vooral akelig stil en leeg. We besloten dan ook om er hier maar snel mee te stoppen en liepen terug naar de parkeerplaats. En daar stokte mijn hart even in mijn keel... Ik zag de schuifdeur van de bus half open staan en dat kon alleen maar slecht nieuws betekenen. En dat bleek ook.

Inbrekers hadden vakkundig de ruit aan de bestuurderskant verbrijzeld en hadden de bus geheel doorzocht. Mijn telefoon, enkele tassen (met gelukkig vooral snoeren en opladers) en toch vooral de telescoop van Wilma (nota bene onze allertrouwste gast vanaf het prille begin van Birdingholland.nl) bleken ontvreemd. Natuurlijk: Achteraf gezien kun je alleen maar concluderen dat het "een beetje dom" was om spullen in de auto te laten liggen. Er staan bordjes, ik had ook wel eens verhalen gehoord, maar ja... diefstal en de mogelijkheid daartoe zit gelukkig nog niet in mijn systeem. Ik prijs me gelukkig met een soort noordelijke naïviteit als basishouding, een eigenschap die uitgaat van vertrouwen en "de meeste mensen deugen". Ik ben uiteraard tegelijk niet wereldvreemd en weet best dat er mensen rondlopen die niet het allerbeste met je voor hebben, maar omdat ik niet overal en altijd "over mijn schouder kijk" en niet wil leven in een wereld waarin medemensen een potentieel gevaar betekenen, kan dat soms leiden tot een vorm van overmoedigheid en onvoorzichtigheid (wat anderen misschien terecht onnozelheid zullen noemen). Echter: Naïviteit kun je mijn inziens nooit iemand verwijten. De enigen die je de schuld kunt en moet geven zijn zij die die naïviteit keihard misbruiken. De gelegenheid maakt de dief? Onzin! De dief heeft altijd keuze en als hij besluit een ruit in te slaan, is er echt maar één iemand schuldig. Zij zijn de rotte appels, de rest deugt en zou zo lang mogelijk zo veel mogelijk naïviteit moeten koesteren. Het is een mooie, positieve eigenschap, maar is alleen soms wel een beetje duur... ;-)

Ik wil bij deze de deelnemers hartelijk danken voor hun steun en hulp bij de eerste verwerking van de shock en de praktische helpende handen in de vorm van opruimen, bellen enzovoort. De volgende keer wordt alles, en dan bedoel ik ook echt alles, vast en zeker beter! En voor mij is de eerste ambitie om weer eens een excursie tot een einde te brengen waarbij de bus niet na afloop naar de garage hoeft ;-).

174 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page