U kent ze vast wel uit uw eigen omgeving of wellicht bent u er zelf één: Mensen die "principieel" tegen elektrische fietsen zijn en het fenomeen beschouwen als een vorm vals spelen. Eerlijk is eerlijk: ik profileer me ook wel eens als zodanig. Ik vind in de basis de inspanning een net zo essentieel deel van de fietservaring als het verplaatsen zelf en kan enige kriebels toch niet onderdrukken wanneer ik door een keuvelende groep senioren voorbij wordt geblazen op het fietspad, terwijl ik me met rood hoofd een slag in de rondte trap. Objectief gezien slaat een dergelijk principe natuurlijk nergens op. Het past in de categorie "Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan", maar het is nou eenmaal heerlijk om je ego af en toe een boost te geven door je af te zetten tegen vernieuwing en verandering. Daarnaast voelt het bij sommigen (bij mij?) misschien als een vorm van aftakeling wanneer je je uiteindelijk overgeeft aan het gemak van elektrische hulpmiddelen boven fysieke inspanning. Is een elektrische fiets niet het voorportaal van de rollator en een kamertje in Huize Avondrood?
Eerlijk is eerlijk: Elektrische fietsen zijn natuurlijk gewoon heerlijk en het feit dat je je daaraan zou ergeren zegt alles over jezelf en helemaal niets over wie dan ook op een elektrische fiets. Wanneer je op een vrij winderige herfstdag een ronde wilt maken op een Waddeneiland, zoals in dit geval Schiermonnikoog, bewijst een elektrische fiets helemaal de meerwaarde. Zelfs ik kon me gisteren (zaterdag) volledig overgeven aan het gemak van de accu en genoot van acceleratie wanneer we een duin op moesten of we de zuidoost 6 moesten bedwingen. Van bedwingen is eigenlijk nauwelijks meer sprake, dus we konden ons helemaal richten op de vogels.
Het weer was natuurlijk nog wel even een punt van orde. De voorspellingen waren, om het mild uit te drukken, niet heel gunstig en uiteindelijk bleken de prachtige herfstkleuren van het eiland ook de hele dag in loodgrijs omkleed, maar deelnemers van Birdingholland.nl zijn doorgaans van het type "Niet klagen en gewoon gaan", waarmee ik me zeer goed kan identificeren en waarvoor ik erg dankbaar ben.
Zo stonden we dus in bijna complete bezetting om 9.45, na de koffie met koek, op het buitendek van de boot en zagen we de eerste soorten: vele langstrekkende Rot- en Brandganzen, Eiders en verschillende soorten steltlopers, alsmede enkele Zeehonden. Een vrouwtje Zwarte Zee-eend zwom tussen de Eiders en was de meest noemenswaardige soort van de soepele en vlotte overtocht. In de haven stonden de fietsen klaar en zo konden we snel op pad, maar de pier zelf was zoals gewoonlijk al de moeite waard. Om één of andere reden oefet deze plek een enorme aantrekkingskracht uit op Pijlstaarten. Elk najaar zijn er daar vele honderden te vinden, vaak heel dichtbij. Door opkomend water liepen ook soorten als Bonte strandloper, Rosse grutto en Steenloper zeer dichtbij te foerageren.
De eerste bestemming was de Banckspolder, waar zich alweer vele duizende, recent aangekomen Brand- en Rotganzen alsmede grote groepen Goudplevieren ophielden. Helaas vonden we geen speciale soort in de meute en moesten we het doen met bijvangsten als Watersnip en Noordse kauw. De hut van de Westerplas is altijd goed voor verschillende soorten eenden, die daar vaak van zeer dichtbij te bewonderen zijn. De mannetjes beginnen inmiddels al weer aardig uit de eclips en op kleur te raken en het was dan ook een prachtig gezicht om soorten als Wintertaling, Tafeleend, Slobeend, Pijlstaart, Smient, Krakeend, Bergeend, Wilde eend, Kuifeend en ook een Dodaars vlak voor de hut te zien dobberen.
We fietsten verder over de westpunt van het eiland en de eerste wandeling maakten we op het strand nabij de vuurtoren. De kwelder was echter nogal nat, dus we werden natuurlijk begrensd in onze wandelafstand. We zagen vanaf het duin echter nog wel groepen Zwarte zee-eenden, een jonge Jan-van-Gent, enkele Zeekoeten en in de zeereep vlogen o.a. Koperwieken en groepen Vinken en Groenlingen. Een strandopgang verderop bracht echter de eerste, echt goede najaarssoort van de dag. Bovenin een kaal struikje poseerde namelijk een Bonte kraai! Deze soort uit het noorden en oosten van Europa was tot niet zo gek lang geleden een regelmatige wintergast, maar de aantallen zijn, waarschijnlijk door de zachter wordende winters, keihard achteruit gerend en tegenwoordig is een Bonte kraai niets minder dan een zeldzaamheid in Nederland. Erg leuk was dat we naast deze bijzondere kraai nog een andere leuke kraaiachtige op een presenteerblaadje kregen: Een groepje Noordse kauwen foerageerde namelijk rond het Badhotel. Deze ondersoort van "onze" Kauwen zijn trekvogels uit hetzelfde gebied als waar Bonte kraaien vandaan komen en kenmerken zich door o.a. een wit nekbandje. Bij het ene individu is dat echter duidelijker te zien dan bij het andere, afhankelijk van o.a. herkomst en leeftijd. De vogel die haast tussen onze fietsen bleef rondlopen had niet een heel duidelijk wit bandje, was echter wel degelijk een Noordse kauw en toonde ook meteen dat zwarte vogels over het algemeen helemaal niet puur zwart zijn als je ze maar van dichtbij kunt bekijken!
Nadat we nog wat nieuwsgierige omstanders gewezen hadden op de Bonte kraai vervolgden we onze weg en belandden we, met wat omzwervingen, uiteindelijk op het Noordzeestrand bij de Marlijn. Hier viel mijn oog van grote afstand, naast op vele Zwarte Zee-eenden en enkele Zeekoeten, op een donkere en op het oog vrij forse duiker in de branding. Ik had het vermoeden dat we hier te maken konden hebben met een Parelduiker, dus we spoedden ons richting de plaats delict. Hoe dichterbij we kwamen, hoe meer de twijfel over de soort echter toesloeg en toen er details zichtbaar werden bleek het toch te gaan om een Roodkeelduiker. Maarrr, bent u het met me eens dat dit wel een heel aparte verschijning is? Het is ontegenzeggelijk een Roodkeelduiker, maar met de kop van een Parel- of zelfs IJsduiker met een steil voorhoofd en donker voorkomen. Afijn, oordeelt u zelf. De vogel liet zich in ieder geval fenomenaal zien!
Helaas ontbrak het op het strand verder aan leuke winterzangvogels (a la Sneeuwgors of Strandleeuwerik), dus vervolgden we onze gang over het eiland middels een wandeling over de Stuifdijk ten oosten van de Marlijn. Het was er relatief rustig, maar wat doet dat er toe als er uiteindelijk wel twee (!) Siberische tjiftjaffen uit het struikgewas oppoppen! Deze zeldzame zangvogeltjes van ver weg (de naam zegt al genoeg over de herkomst) zijn enkele jaren geleden "gepromoveerd" tot soort en daarmee betekende dit een nieuwe voor een groot deel van de groep!
Dik tevreden stapten we weer op de heerlijke elektrische fietsen en kwamen op de kwelders rondom de Kobbeduinen terecht. Vanaf het uitkijkpunt zagen we o.a. een prachtige Blauwe kiekendief en een (late) jonge Lepelaar.
Inmiddels was het tijd de tijd in de gaten te houden, maar een slenkje midden op de kwelder deed ons de tijd weer even vergeten. Er zaten daar namelijk erg veel vogels, waaronder flink wat erg tamme Zwarte ruiters, maar ook Zilverplevieren, Groenpootruiters, Oeverpiepers en Tureluurs.
Na dit intermezzo restte ons nog maar weinig tijd om de eerder gemelde Roodhalsganzen te vinden en tot mijn grote spijt moet ik melden dat we ze ook niet konden vinden. Ach, zo veel kleur op een grijze dag, het zou wellicht ook wat te veel zijn geweest ;-). Wat nog wel noemenswaardig was, was een clash tussen een Sperwer en een Havik, waarbij het verschil in postuur en formaat prachtig te zien was!
Uiteindelijk waren we keurig een kwartiertje voor vertrektijd terug bij de boot en konden we, ondanks het mindere weer, concluderen dat de Wadden altijd vrolijk stemmen en dat je gewoon altijd naar buiten moet gaan!
Deelnemers bedankt en volgend najaar gaan we zeker weer!
Comments