Kweldertocht, vrijdag 25 november 2022
Zonder al te arrogant te willen klinken, kunnen we toch wel claimen dat er maar heel erg weinig van onze excursies het predicaat "mislukt" verdienen. Aangezien we altijd in de meest kansrijke seizoenen in de in onze ogen meest kansrijke gebieden zijn, moet het wel heel raar lopen willen we niets tegenkomen wat een lach of tevredenheid op het gezicht tovert. Tegelijk is het natuurlijk ontegenzeggelijk zo dat de ene excursie de andere niet is. Er is wel degelijk een verschil in beleving, omstandigheden, aantallen vogels en iets basaals als geluk aan te wijzen, waardoor de ene excursie als "beter", "mooier" of "spannender" wordt ervaren dan de andere.
En soms, soms heb je van die dagen die met een gouden randje in onze memoires kunnen worden opgenomen, dagen die een plek verdienen in de eregalerij der excursies en waarvan je tegelijk weet dat je die niet zo maar 1,2,3 zult kunnen herhalen. Recentelijk hadden we bijvoorbeeld deze zeetocht die voldeed aan bovenstaande beschrijving en afgelopen vrijdag was er wat mij betreft ook weer eentje. Een excursie om door een ringetje te halen en waarin alles klopte: het weer, het gezelschap, de gebieden en eerst en vooral de soorten die we te zien kregen!
De aftrap van onze, inmiddels klassieke, kweldertochten had niet beter kunnen verlopen. Zoals velen van jullie misschien weten is de winter in Nederland geweldig om er op uit te trekken en als je daarbij graag enkele winterspecialiteiten wilt zien die je nergens anders in Nederland zult tegenkomen, moet je echt de Waddenkust met een bezoek vereren. Ik weet het, het is voor velen een stukje rijden, maar de beloning zal rijkelijk zijn! De volgeboekte groep van vrijdag heeft dat ook weer aan den lijve ondervonden. We hadden wel het geluk dat het weer was zoals je dat wenst in deze tijd van het jaar. Relatief zacht, behoorlijk zonnig en heel rustig; geen harde voorwaarde voor een topvogeldag, maar zeker wel een pre.
We startten bij de befaamde kwelders van Paesens. Nadat we door de Ransuilen in het dorp werden verwelkomd, was het al snel raak met de eerste typische kweldersoorten. Een groep van ongeveer 15 Strandleeuweriken werd gevolgd door de eerste Oeverpiepers en enkele overvliegende Fraters. Deze soort bleek de enige die vandaag een beetje uit de toon viel doordat we, gek genoeg, geen vogels aan de grond troffen.
Rustig doorwandelend leek het in eerste instantie rustig, maar al snel vlogen er meerdere Veldleeuweriken op, alsmede een groepje van vier gorzen waarin ik, naast zekere Geelgorzen, een Grauwe gors meende te horen. Helaas konden we de vogels niet meer terugvinden en bleef het voor alsnog een waarneming met een (klein) vraagtekentje. Geen vraagteken, maar een dik uitroepteken, was de waarneming van een IJsgors! Drie jaar geleden hadden we eenmalig een jaar waarin we soms haast struikelden over deze soort, maar de laatste tijd is het weer zoals ouderwets: overvliegende vogels lukken soms, een vogel aan de grond in beeld krijgen is een kwestie van ontzettend veel geluk hebben. En dat hadden we ;-)
Hiermee hadden we vier van de vijf soorten die in het rijtje van de "small Five van de kwelder" thuis horen te pakken. Op zoek naar nummer vijf, Sneeuwgors, besloten we nog even een bezoek te brengen aan een schelpenstrandje dat in het verleden vaker succesvol is gebleken. Op weg daarheen zagen we een groepje piepers waarin ik, heel kort, een heel bleek exemplaar zag waar ik in eerste instantie geen chocola van kon maken. In het zijlicht deed het een beetje aan een Waterpieper denken, maar dat paste ook niet 100%. We besloten verder te speuren en zagen verderop dat een groep Friese vogelaars (Marchel Stienstra, Rudy Fopma, Nick en Patrick Agterberg) ook rondliepen alsof ze naar iets specifieks aan het zoeken waren. Toen we het groepje vogels terugvonden, was al snel duidelijk waar zij ongetwijfeld ook naar speurden: een geheel witte, juveniele Gele kwikstaart (dat was dus waar ik zojuist naar keek!) foerageerde in het hoge gras tussen enkele Graspiepers. Doorgewinterde vogelaars worden op dergelijke momenten acuut zenuwachtig, want zo'n lichte "gele kwikstaart" in november kan zo maar een zeer zeldzaam, oostelijk taxon zijn. Sterker nog: deze vogel paste qua uiterlijk prima op hoe ik me een Oostelijke gele kwikstaart (motacilla tschutschensis) zou voorstellen, ondanks dat ook ik deze soort nog nooit heb gezien. Dat is ook niet zo gek, want ze zijn extreem zeldzaam in Nederland, met tot op heden slechts 1 aanvaard geval op de Nederlandse lijst en een veel bezochte, goede tweede kandidaat van Texel afgelopen oktober. Er is echter een groot probleem bij het determineren en documenteren van deze vogels: eigenlijk heb je zowel foto's als geluidsopnames als DNA-materiaal (poep!) nodig om helemaal zeker te zijn, aangezien sommige taxa van wat meer westelijke ondersoorten sterke gelijkenis kunnen vertonen met tschutschensis. En wij kwamen aanvankelijk tot weinig wat betreft bewijslast; de vogel vloog namelijk na onze tweede, korte waarneming zeer hoog en ver oostelijk weg, daarbij een aantal raspende roepjes uitstotend (zeer goed voor Oostelijke gele kwik)... We wisten een paar vage opnames te maken, maar het was zeer de vraag of dat voldoende zou blijken. Het groepje Friese vogelaars had er nog een foto weten uit te persen, maar al met al leek het toch sterk op een gevalletje "rete-spannend doch jammer maar helaas...
Na een kort gesprekje en wat afstemming met de mede-ontdekkers gingen we toch maar verder. Net buiten Nes zagen we een akker met daarop meerdere Kleine en Wilde zwanen. De normaal gesproken rijke kwelders van Ternaard leverde ditmaal weinig meer op dan wat overvliegende Strandleeuweriken en Fraters, dus zochten we op de pier van Holwerd even de toiletten op en probeerden nog wat soorten te vinden langs en naast de pier. En dat lukte, want er zaten zowaar ineens drie Sneeuwgorzen voor ons op de blokken, terwijl op dat zelfde moment een Paarse strandloper vlak bij aan de waterkant een groep Steenlopers gezelschap hield! De Small Five waren daarmee compleet!
De volgende, korte stop was Friesland-buitendijks. En ook daar was het binnen de kortste keren raak met de soort die we daar het liefst zouden willen zien. Niet één, maar twee adulte (2KJ+) Ruigpootbuizerds joegen op dezelfde hectare!
Inmiddels had ons het nieuws bereikt dat er in het gebied waar de Velduilen joegen ook een Steppekiekendief aanwezig bleek. Aangezien we het geluk aan onze zijde hadden, besloten we de gok te wagen om terug te rijden om te proberen de vogel in beeld te krijgen, het liefst natuurlijk samen met een Velduil of twee... ;-)
Lang verhaal kort: eenmaal aangekomen wachtte ons een fenomenaal uurtje. De steppekiekendief toonde zich al vrijwel meteen bij aankomst, evenals vele Velduilen (15+!!) en meerdere Blauwe kiekendieven. Regelmatig zagen we meerdere soorten roofvogels die het met elkaar aan de stok kregen en eenmaal zagen we zelfs twee Velduilen, een adulte Blauwe en de onvolwassen Steppekiekendief in één beeld. Magisch!
Toen de zon langzaam achter de dijk zakte, kreeg ik een app met het bericht dat de Friese vogelaars de Oostelijke gele kwikstaart hadden teruggevonden op exact dezelfde plek als vanmorgen. De oude plektheorie bewees zich wederom en omdat we de vogel in de ochtend veel te kort en slecht in beeld hadden gehad, besloten we het laatste licht te gebruiken voor een tweede poging. En dat pakte zeer goed uit, want al snel hadden we de vogel weer te pakken en konden we goede foto's én goede geluidsopnames maken. En inmiddels bleken er ook poepjes van de vogel verzameld, dus nu zou de determinatie rond moeten kunnen komen. We wachten met zeer veel spanning!
Zeer in ons nopjes met deze onverwachte tweede kans liepen we onoplettend terug naar de dijk toen vlak voor ons de drie Geelgorzen en één Grauwe gors roepend opvlogen. Een heerlijke afsluiter van een dag die alles in zich had om memorabel te zijn. Vraag me er in de toekomst gerust nog eens naar om te testen of dat ook zo blijkt te zijn!
Bình luáºn