MINIBUSEXCURSIE, 27 NOVEMBER 2021
Als je vogelexcursies organiseert in Nederland én in de winter, dan weet je dat je onvermijdelijk een paar keer "getrakteerd" wordt op omstandigheden die zich laten omschrijven door begrippen als "onaangenaam", "uitdagend" en/of "typisch Nederlands". Die laatste typering suggereert meestal niet veel goeds, zeker opgesomd in dit rijtje, maar mijn ervaringen zijn inmiddels dat "typisch Nederlands" eigenlijk een positieve lading zou moeten hebben: 90% van de dagen is het prima weer om naar buiten te gaan en vogels te kijken, zeker als je eenmaal buiten bent en helemaal achteraf.
Gisteren (zaterdag) viel het mee en tegen, zowel tegelijk als na elkaar gedurende de dag. Wat betreft tegelijk: Het was grijs en miezerig, dus dat was jammer en tegenvallend. Echter, als je tegelijk de neerslagkaart van de rest van Nederland bekeek, dan zijn we er nog genadig vanaf gekomen...:
Maar ook gedurende de dag viel het mee en tegen, maar dan wat betreft de waarnemingen. Tot ongeveer de helft van de dag en struinend op de kwelder der kwelders ging het prima, maar in het tweede deel van de dag vielen de waarnemingen, in tegenstelling tot het weer, behoorlijk droog. We hadden simpelweg wat pech, denk ik, want aan de potentie van de locaties lag het zeker niet. Tsja, zo gaat dat soms.
Wat betreft het eerste en goede deel: Dat speelde zich (natuurlijk) af op de kwelders van Paessens-Moddergat. Reeds bij het uitstappen kregen we de eerste leuke soort voor onze kiezen: Twee Ransuilen keken ons wantrouwend aan vanuit hun winterroestboom. Het blijft een niet te versmaden soort die altijd in de smaak zal blijven vallen!
Toen we de dijk overstaken, zagen we meteen een Kleine zilverreiger, die zich min of meer naast een grote broer bevond. Leuk waren het grootteverschil en (o.a.) de andere snavelkleur te vergelijken! De gele voetjes waren in de grijsheid wat lastig te onderscheiden, maar in vlucht kon ook dat kenmerk worden vastgesteld:
Nadat we de eerste Oeverpiepers hadden ontwaard, zagen we al snel een fikse groep Fraters rondvliegen. En rondvliegen. En nog langer en verder rond/wegvliegen... Helaas weigerde de groep (in zicht) te gaan zitten en dus wandelden we eerst maar verder. Een volgende groep zangvogeltjes diende zich aan en bleken Sneeuwgorzen. Drie keer raden wat zij deden... Juist, vliegen! Ook deze groep verdween hoog en ver uit beeld, tot frustratie van de gids (heb ik uit betrouwbare bron vernomen)!
Nadat het eerste piertje niet gek veel had opgeleverd kwamen we terug bij het begin en daar werd het eindelijk productief qua kweldersoorten. De eerste die meewerkte zoals we dat in gedachten hadden was Strandleeuwerik. Een groepje van 9 exemplaren streek uiteindelijk vlakbij en tussen vele Steenlopers neer en waren daarbij mooi te zien!
Kort daarna vonden we een juveniele Witbuikrotgans in een grote groep Rotganzen. De vogel liep in nogal onoverzichtelijk terrein met veel reliëf, dus was soms wat lastig te zien en helemaal te fotograferen. Een hardloopster maakte daarnaast vlot een einde aan de moeite, want ze joeg de gehele groep de lucht in en ver de kwelder op.
Toen we langzaam maar zeker terug wilden lopen naar het busje voor de koffie zagen we de Strandleeuweriken terug die even zoek waren geweest. Tot onze vreugde bleken er vier Fraters te zijn aangesloten; eindelijk konden we ook die kwelderspecialiteit mooi bekijken. Nog beter werd het toen er nog een stuk of 15 in beeld ploften! Het is een subtiel mooie soort met een subtiel mooi roepje; een onmisbaar onderdeel van de soundtrack van de kwelder!
Na de koffie/lunch vervolgden we onze tocht onder de Waddendijk westwaarts richting Holwerd. Zoals eerder aangegeven: Vanaf toen werd het er, onverklaarbaar, vogeltechnisch niet beter op. Het was overal vrij rustig en de vogels die we vonden werkten net even niet lekker mee. Zo kregen we weer een groepje van negen Strandleeuweriken in beeld, maar die verdwenen in de begroeiing en een grote groep Sneeuwgorzen vloog bij Ternaard de bocht van de dijk om, leek te keren maar bleek vervolgens als sneeuw(gorzen) voor de zon opgelost. Bij Holwerd vonden we nog wel twee Paarse strandlopers maar de gehoopte roofvogels wisten zowel daar als ook bij Noorderleech uit beeld te blijven.
Inmiddels ging, een ander gevolg van de grijsheid van de dag, het licht langzaam uit en moesten we ons langzaam maar zeker tevreden stellen met wat we wél hadden weten te vinden (en dat kost me, als professionele "streber" soms nog niet iets meer moeite dan me lief is ;-)).
Vanaf de dijk keken we als afsluiter van de dag nog even over een deel van de kwelder uit waar normaliter wat kiekendieven overnachten en gelukkig leverde dat nog wel twee mooie Blauwe kiekendieven op (een subadulte man en een onvolwassen vogel). Deze sierlijke winterrovers betekenden een einde van een dag die een wat vogelarm tweede deel kende en derhalve niet de annalen in zal gaan als "Beste Kweldertocht Ooit". Maar ook die zitten er natuurlijk tussen en onderstrepen maar weer eens dat bij vogels kijken niets vanzelfsprekend is, nooit. Helaas en gelukkig!
コメント