De Nederlandse kust kent enkele iconische, (uiteraard) door de mens aangelegde locaties die nou niet bepaald overlopen van landschappelijk schoon, maar die om verschillende redenen wel erg in zwang geraakt zijn bij vogels en daarmee vogelaars. Eemshaven, de Afsluitdijk, de Hondsbossche zeewering, de Maasvlakte: Geen gebieden waar je een ansicht kaart vandaan stuurt, maar ze leveren jaarlijks wel hun portie mooie vogelsoorten op.
Ook de zuidpier van IJmuiden past feilloos in dit rijtje. Deze ongeveer 2 kilometer lange pier, met uitzicht op Tata Steel (I rest my case wat betreft natuurschoon ;-)), biedt vogelaars mooie kansen om zeevogels van dichtbij te zien, maar ook typische kustsoorten vinden hun voedsel op de blokken en in de luwtes die de twee pieren vormen. Daarnaast vormt de kust sowieso een drukke trekroute en de ruige duintjes aan het begin van de zuidpier alsmede het achter de pier gelegen Kennemermeer zijn in voor- en najaar een bezoek meer dan waard.
Dit jaar deed ik (Martijn) deze wandelexcursie voor het eerst zelf. In het kader van "Verandering van spijs..." keek ik sowieso erg uit naar deze dag; het is altijd leuk om in gebieden te vogelen waar je zelf niet vaak komt. Echter, de recente waarnemingen lagen sterkt in lijn met die van de rest van het land al dit gehele najaar: Ze kwamen nog niet echt op gang en liet te wensen over. Ik heb hierover al vaker geklaagd en doe dat hierbij nog een laatste keer: Wat hebben we een mak en beneden gemiddeld najaar wat betreft trek, variatie en aantallen soorten...
Afijn, vol goede moed (want daar ontbreekt het nooit aan) startten we met een volgeboekte groep, onder een blauwe hemel en bij aangename temperaturen (terwijl driekwart van Nederland in nevel gehuld was en grotendeels ook bleef!). Vanaf de parkeerplaats liepen we via het strand naar de basis van de pier. Al snel hoorde ik een roep die ik uiteraard goed ken van de Wadden (mijn achtertuin): Strandleeuwerik! Ik pikte drie vogels in vlucht op, maar ze leken ver en hoog de zee op te vliegen. Tot groot genoegen van een ieder kwam er toch één exemplaar terug en plofte zowaar in zicht en vlak naast de pier neer op het aanspoelsel. Al snel hoorde ik een tweede bekende kwelderroep: Sneeuwgors! Ook hiervan bleken uiteindelijk drie vogels aanwezig en ook zij gingen keurig naar de grond. Zo stonden we al snel te genieten van een mooi stelletje schaarse winterspecialiteiten, die uiteindelijk samen optrokken!
Dit was een zeer welkome en flink onverwachte start (beide soorten waren tot nu toe nog nauwelijks gemeld!) en optimistisch liepen we dan ook de pier op. Langzaam wandelden we "de zee in" en zagen onderweg meerdere leuke maar tegelijk ook te verwachten soorten: Oeverpieper, Steenloper, Drieteenstrandlopers, meerdere Paarse strandlopers, Zeekoeten en een Grijze zeehond. Enkele Roodkeelduikers vlogen langs, de ene dichterbij dan de andere en een Keep foerageerde bijna op het eind van de pier op de blokken. Typsich gevalletje "uitgeput na een nacht vliegen"1
Inmiddels pakte zich boven de pier en schijnbaar alleen boven de pier één donkere wolk samen. En precies die ene wolk besloot ook recht boven ons leeg te lopen. Door het gebrek aan wind bleef deze ook "leuk" hangen, waardoor we, eenmaal aan het eind van de pier, in een flinke bui stonden, die ons het zicht op zee flink ontnam. Wel zagen we nog wat Zeekoeten en een Alk, maar vlak daarna was het toch tijd om de optiek even op te bergen en de regenkleding tevoorschijn te halen.
Toen het eenmaal droog was, gingen we iets gerichter op zoek naar een soort die nog ontbrak en wel hoort bij een winterbezoek aan de Zuidpier: Kuifaalscholver. Al vrij snel zagen we er één voorbij vliegen, vervolgens vond ik er eentje die langs de Noordpier zwom (ver weg, dus) maar nog tien minuten later foerageerde er pardoes één, een juveniel exemplaar, vlak naast de blokken. Deze vogel liet zich geweldig zien!
Hiermee hadden we inmiddels een leuke portie soorten bij elkaar gescharreld, maar de koek bleek nog niet op. Eenmaal terug aan het begin van de pier wandelden we door de duintjes terug richting de strandpaviljoens toen, in een grote groep Groenlingen, Vinken, Kepen en Putters, het geluid van Fraters ontwaarde! Na wat speurwerk kregen we ze nog in beeld ook! Het ging om 8-10 vogels (lastig te tellen omdat ze veelal in de ruigtes foerageerden), die uiteindelijk prima te zien waren. Weer een heel fijne bonussoort, die sowieso schaars aan het worden is, maar buiten de Wadden overal zeer noemenswaardig is (en helemaal aan de grond). Maar het werd nog mooier, want terwijl we aan het speuren waren naar de Fraters vloog er zo maar een Velduil op, die in prachtig licht voorbij flapte en in de duintjes neerstreek. Fantastisch!
Jammerlijk was de ontsnapping van een "tikkende gors", die ik enkele keren hoorde roepen. Dat zou zo maar een Dwerggors kunnen zijn geweest, maar het bleef helaas bij een korte roepserie, waarbij ik eigenlijk niet eens goed kon vaststellen of de vogel aan de grond zat of overvloog...
Na dit bijzonder succesvolle eerste deel van de excursie hadden we koffie met appelgebak meer dan verdiend. Nadat iedereen opgedroogd en bijgetankt was, maakten we nog een wandeling om het Kennemermeer. Opvallend waren de vele vogels in de bosjes en struiken, maar het bleek lastig om ze in beeld te krijgen. Vele Vinken, Kepen, Sijsjes maar ook Koperwieken, Zanglijsters, Roodborsten, Heggenmussen, een Tjiftjaf en een roepende Beflijster (we kregen 'm helaas niet in beeld) hielden ons lekker bezig, terwijl twee overvliegende IJsgorzen het setje kwelderzangvogels voor de dag completeerden. Op het meertje zelf was het, op wat Tafeleenden, meeuwen en een Dodaars na, rustig. De meest in het oog springende vogel was een gewone soort in een ongewoon jasje: Een leucistische Ekster is ongetwijfeld een lokale bekendheid (tijdens de voorbereiding van deze excursie enkele weken geleden zag ik 'm ook al), maar is desalniettemin een bijzondere verschijning!
Stipt volgens planning liepen we om 15 uur en wederom in de zon de parkeerplaats op en konden we concluderen dat we al met al een geweldig mooie en bovendien gezellige dag hadden beleefd. De ene bui daargelaten en met de situatie in de rest van het land in het achterhoofd hadden we heel veel geluk met het weer en qua soorten gok ik dat we flink goed geboerd hebben. Dit vraagt om een vervolg, en dat komt er zeker, wellicht zelfs deze winter nog. Houd de site in de gaten als u een keer mee wilt!
Comments