GROTE VUURVLINDERS: MOOI WEER(RIBBEN)!

Martijn Bot
10 jul
2 minuten om te lezen

WANDEL/VAAREXCURSIE, WOENSDAG 9 JULI 2025

In de eerste helft van juli pieken de aantallen van de zeer zeldzame Grote vuurvlinders in de Weerribben. Logisch, dus, dat we dan jaarlijks in die periode wat data plannen om het gebied aan te doen en op zoek te gaan naar de ondersoort die endemisch is voor Nederland.

De tweede editie van deze excursie was weer mooi en met mooi weer! Anders dan vier dagen geleden waren de omstandigheden vrijwel perfect. Een graadje of 21, wat wolken en wat zon en weinig wind: wanneer je weet waar je moet zoeken, zijn er geen excuses meer en moet je de Grote vuurvlinders gewoon kunnen vinden.

En dat ging gelukkig ook vrij makkelijk. Net als afgelopen editie begonnen we met een uurtje of twee varen. Ook nu werden we weer vergezeld door o.a. Wielewalen, Grauwe vliegenvangers, een Wespendief en wat Purperreigers, maar anders dan toen zagen we nu wel Grote vuurvlinders. Drie, maar liefst, en gek genoeg alle vrouwtjes. Tevens kwam er een Grote weerschijnvlinder laag langsvliegen, leek even te willen landen, maar steeg toch weer op en verdween tussen de boomkruinen. Verder konden we o.a. Sierlijke witsnuitlibel, Gevlekte witsnuitlibel, Bruine korenbout en Bruine glazenmaker noteren.

Op een tweede locatie zagen we weer drie Grote vuurvlinders, ditmaal drie mannetjes. Twee ervan waren bijzonder fraaie fotomodellen: mooi oranje is niet lelijk!

Grote vuurvlinder, ondersoort batava. Endemisch voor Nederland; oranje boven! — Grote vuurvlinder, ondersoort *batava*. Endemisch voor Nederland; oranje boven!

De rest van de dag was voor het altijd ontzettend vermakelijke en productieve Woldlakebos. Daar zagen we zo goed als alles waar we vooraf op hoopten qua specialiteiten: Grote weerschijnvlinders, Gevlekte glanslibellen, Groene glazenmakers, Sierlijke witsnuitlibellen, Zilveren maan, Zwarte heidelibellen en Kempense heidelibel. Deze laatste werd maar door enkelen en kort gezien en kon helaas niet meer worden teruggevonden. Over een week zul je echter 'struikelen' over de soort; ze staan aan het absolute begin van de vliegtijd.

Verder troffen we ook weer Moeras- en Gouden sprinkhanen, waaronder weer een roze vorm ('erythrisme'), Tijgerspinnen, Grote- en Kleine roodoogjuffers, een Bruine winterjuffer, Vuurlibellen en een prachtige Viervlek van de vorm praenubila (met heel grote, zwarte vleugelvlekken, bijna a la Bandheidelibel!).