ZUIDPIER EN KENNEMERMEER: NIEUWE DAG, NIEUWE STER!
- Martijn Bot
- 6 uur geleden
- 4 minuten om te lezen
WANDELEXCURSIE, WOENSDAG 12 NOVEMBER 2025
De Zuidpier van IJmuiden is voor mij als 'noordelijke' gids eigenlijk net te ver weg. Toch plan ik jaarlijks enkele excursies in, simpelweg omdat de plek leuk en spannend is. Duinen, strand en een pier die ver de Noordzee insteekt zijn een combinatie die je nergens in Nederland vindt. En verandering van spijs doet bovendien eten! Wanneer ik er eenmaal ben, vergeet ik dan ook snel de net wat te lange autorit en is het vaak heerlijk vogels kijken.
Gisteren (woensdag) vormde daarom geen uitzondering. Voor de tweede keer in acht dagen (vorige week was ik er nog met twee Amerikaanse dames) legde ik de bijna 2,5 uur zonder noemenswaardige vertraging af en ditmaal wachtte er een groep vogelaars met wie ik de zeewandeling mocht afleggen.
We startten op het strand, alwaar zich een zeer grote groep meeuwen tegoed deed aan de talrijk aangespoelde en nog steeds aanspoelende scheermessen. Het is opvallend dat je met een schip op zee binnen de kortste keren meerdere Pontische meeuwen achter je aan hebt, maar dat het percentage op het strand daarbij ver achterblijft. Sterker nog, aanvankelijk konden we tussen de honderden meeuwen niet ƩƩn 'Pontje' vinden. Blijkbaar houdt die soort er een andere manier van foerageren op na. Tussen de vele Zilvermeeuwen, meerdere Kleine- en Grote mantelmeeuwen en Stormmeeuwen troffen we nog wel een vogel aan met een mantel die te licht was voor een Kleine mantel maar te donker voor welke ondersoort van Zilvermeeuw dan ook. Dat, in combinatie met de fletsgele poten, doen mij vermoeden dat het hier gaat om een hybride Kleine mantelmeeuw x Zilvermeeuw.

Eenmaal op de pier was het aanvankelijk angstig rustig. De zee was aardig wild, maar aan de luwe kant van de Zuidpier was het water vlak en rimpelloos. Dat wil dus zeggen dat er ook niet gedoken werd door welke leuke vogelsoort dan ook... De eerste noemenswaardige vogel die we wisten te vinden was een Zeekoet en dat bleek het startschot voor een leuke serie waarnemingen. Het begon met de hier onvermijdelijke Oeverpiepers, Drieteen- en Paarse strandlopers. Vooral voor die laatste, mooie soort is de Zuidpier ƩƩn van de beste plekken in Nederland.




Aan de zuidkant van de pier foerageerden twee Dwergmeeuwen en eindelijk ook de eerste Pontische meeuw. Ook zagen we, zij. het op afstand, de eerste Roodkeelduikers en een eerstejaars Grote stern. Een Aalscholver wilde onopvallend meevliegen met een rijtje jonge Zwarte zee-eenden, maar dat lukte niet helemaal...




Op het eind van de pier gebeurde iets wat je niet heel vaak ziet: een groep van een stuk of tien Jan-van-Genten joeg in de nabijheid van de vuurtoren en waren dus heel mooi te zien. Het was nog niet niet zo mooi als vanaf een schip, maar beter dan 99% van de waarnemingen vanaf land.

Allemaal leuk en aardig, maar de twee soorten waar we vooraf toch wel een beetje op hadden ingezet, Kuifaalscholver en de twee dagen eerder hier ontdekte IJsduiker, schitterden nog door afwezigheid. Echter, toen we terug wandelden zagen we een samenscholing van lenzen (met evenveel fotografen daaraan vast) gericht op een vogel dichtbij de kant. Waar 'ie nou ineens vandaan was gekomen, zal een raadsel blijven, maar het bleek de juveniele IJsduiker! Deze was werkelijk schitterend te zien, jagend en poetsend, en werd daarmee onbetwist de soort van de dag. Wederom viel op hoe lang deze soort onder water kan blijven; dat ging steeds aardig richting de minuut.




Ondertussen checkte ik alle aalscholvers die heen en weer vlogen, in de hoop om zo toch die Kuifaalscholver nog op de daglijst te kunnen krijgen. Bij het scheiden van de markt werden we toch nog beloond. Een juveniel exemplaar kwam door het midden van de haven aangevlogen, volgde de Zuidpier, vloog er zelfs twee keer overheen, maar verdween uiteindelijk helemaal richting het vuurtorentje en uit zicht. We hebben ze wel eens beter gezien, maar het was een waarneming!


Nu hadden we een kop koffie met gebak helemaal verdiend, dus we zochten een strandtent op voor een welverdiende pauze. Met hernieuwde energie checkten we eerst nogmaals de groep meeuwen op het strand, die fiks in aantal gegroeid was. Nu pikten we er wel drie Pontische meeuwen uit, waaronder een volwassen vogel en een eerstejaars met een Poolse ring.


Het afsluitende rondje rond het Kennemermeer leverde niet gek veel op qua zangvogels. De hoeveelheid en dichtheid van de struiken is hier dermate hoog dat je de vogels (te) vaak alleen hoort. Goudhaan, Vuurgoudhaan en een Goudvink riepen dus wel, maar lieten zich niet zien. De laatste Bruinrode heidelibellen van het jaar deden dat wel en dat gold ook voor de 'good old' Grote aalscholver, de ondersoort van Aalscholver die vooral voorkomt langs de Atlantische kust. Dit exemplaar is geringd en keert al enkele jaren elke winter terug op z'n vaste stekkie in het Kennemermeer. Als 'ie niet aan het jagen is, zit 'ie vaak op dezelfde paal en zo ook vandaag!


Deelnemers, dank voor de gezelligheid en graag tot een volgende keer. Qua Zuidpier is de volgende keer op vrijdag 12 december. Daarvoor zijn nog plekken vrij. Dat geldt ook voor de middagexcursie in de Biesbosch van aanstaande zondag. Die is bovendien te boeken met 10 euro korting op de normale prijs (is nu slechts 25 euro per persoon).




Opmerkingen