Met enige vertraging hier dan toch "eindelijk" het verslag van de werkelijk fantastische vlindertweedaagse van afgelopen vrijdag en zaterdag in Limburg.
Eerst even de titel: deze Groningse lijfspreuk was om meerdere redenen toepasselijk. Ten eerste omdat het grootste deel van de groep uit het noorden van het land kwam (oké, niet per se uit Groningen, maar toch) en we derhalve al met een meer dan half gevulde minibus zuidwaarts reden. Maar de weersvoorspellingen waren toch de voornaamste aanleiding. Het geval was namelijk dat er voor de vrijdag perfect weer werd voorspeld, maar de zaterdag winderig en nat zou verlopen. Dat betekende dus dat we op vrijdag onze slag moesten slaan op insectengebied en dat hield weer in dat we gezamenlijk besloten om er vrijdag zo lang mogelijk en zo vol mogelijk voor te gaan. Het werd dus een wat langere en (mede door het heuvelachtige landschap) fysiek ook wat pittigere vrijdag dan gemiddeld, maar oh, oh: wat werden we voor onze inspanningen beloond!
Na vreselijk vroeg opstaan en een lange rit reden we om exact tien uur Valkenburg binnen, pikten de laatste deelnemer op (we waren met slechts 7 deelnemers en TWEE gidsen, Marnix Jonker en ik; zo geven we tijdens deze excursie altijd inhoud aan het begrip "kleinschaligheid"!) en konden we kort daarna eindelijk "los". Het leek een beetje op de bekende beelden van de koeien die na een lange winter weer voor het eerst de wei in mogen, de manier waarop de deuren van de minibus opensloegen en we meteen fanatiek op zoek gingen naar de eerste soorten. We hoefden niet lang op onze eerste vlinders te wachten en de eerste echte zeldzaamheid diende zich al na een kwartier aan: enkele Braamparelmoervlinders vlogen in eerste instantie nog rond maar lieten zich uiteindelijk ook schitterend zien. En ook de tweede knaller (een soort die ook voor mij nog nieuw was!) liet zich makkelijk, vlot en in meervoud vinden: we zagen drie verschillende Dambordjes vliegen en zitten; geweldig! Andere noemenswaardigheden waren o.a. Bosbeekjuffers, een Grote vos, Geelsprietdikkopjes, meerdere Rode wouwen, Groene- en Middelste bonte spechten en meerdere algemene soorten. Een weerschijnvlinder, die ik twee maal kort zag vliegen, was 99% zeker een Grote, maar aangezien op de plek ook wel eens een kleine is gezien en ik 'm niet in de kijker kreeg, moet die helaas ongedetermineerd blijven.
Wat betreft de vlinders: het werd zo'n vruchtbaar weekend dat ik hierbij de moeite wil nemen om alle soorten die we vonden in chronologische volgorde op te sommen:
1. Boomblauwtje
2. Atalanta
3. Gehakkelde aurelia
4. Bruin zandoogje
5. Braamparelmoervlinder
6. Koevinkje
7. Groot koolwitje
8. Landkaartje
9. Kleine vos
10. Geelsprietdikkopje 11. Grote vos 12. Klein koolwitje 13. Dambordje 14. Groot dikkopje
Na zo'n veelbelovende start maakten we ons al een beetje op voor een eerste "dip". We gingen namelijk proberen de vorige week ontdekte Pruimenpage terug te vinden. Deze vlinder was sinds 1971 (!) niet meer in Nederland waargenomen en betekende derhalve voor iedereen een nieuwe soort. Echter, ook de afgelopen dagen waren de waarnemingen kort en vluchtig tot afwezig geweest en het gebied waar 'ie zat was groots en weids. De uitdrukking "speld in een hooiberg" was dus toepasselijker dan ooit. Maar wonder boven wonder stonden we, dankzij een messcherpe mede-vlinderaar die op dat moment aan de andere kant van het veldje aan het zoeken was, 20 minuten na aankomst al met z'n allen naar een retezeldzame Pruimenpage te kijken! De vlinder liet zich minuten lang zien alvorens het haagje over te vliegen en uit zicht te verdwijnen, ons zeer tevreden achterlatend. Met dus nogmaals heel veel dank aan de vinder; zonder hem was het waarschijnlijk niet en zeker niet zo vlot gelukt!
Overige waarnemingen hier waren o.a. meerdere Wespendieven, Geelsprietdikkopje, Bosbeekjuffers, Blauwe breedscheenjuffers en een Blauwe glazenmaker.
15. Bont zandoogje 16. Citroenvlinder 17. Pruimenpage
Je zult begrijpen dat de stemming er goed in zat, dus werd het hoog tijd voor het eerste en misschien wel enige minpuntje van de tweedaagse. Op een plek waar we Kleine tanglibel hoopten te vinden, verspreidden we ons een beetje. En waar je als gids van walgt en wat je nooit wilt is dat je als enige een soort ziet. Dat is exact wat TWEE KEER gebeurde... Twee keer landde een Kleine tanglibel aan mijn voeten en twee keer besloot de libel ver en hoog op te vliegen net voor de rest van de groep arriveerde... Ik adviseer de deelnemers die dit lezen snel een paar foto's door te scrollen, want hier toch maar de plaatjes van deze zeldzame libel die ik zo graag had willen laten zien...
De volgende locatie leverde gelukkig wel weer aan ons allen. Twee zeer zeldzame soorten zaten zelfs kort op hetzelfde plantje: een (erg afgevlogen) Dwergblauwtje en een heel vers Kaasjeskruiddikkopje! Een Boomvalk jakkerde hier laag en hard langs en her en der zaten Levendbarende hagedissen.
18. Kaasjeskruiddikkopje 19. Dwergblauwtje
20. Dagpauwoog 21. Zwartsprietdikkopje
Dit ging wel erg lekker en efficiënt, dus we hadden tijd om er nog een locatie aan vast te plakken. En ook daar vielen we (figuurlijk, gelukkig) weer met de neus in de boter. We kregen namelijk al snel meerdere Boswitjes in beeld (ze vlogen vooral, wat heel wat extra meters achter vlinders aanlopen opleverde ;-)), maar ook een Scheefbloemwitje en een man Zuidelijke heidelibel waren fijne verrassingen. De topper hier werd echter door Marnix gevonden (hij zat er sowieso lekker in dit weekend!): een kakelvers Bruin dikkopje, een zeldzame vlinder waarop we niet hadden durven hopen! Marnix vond hier ook nog een Dambordje, nummer vier van de dag!
22. Bruin dikkopje
23. Boswitje
24. Scheefbloemwitje
25. Klein geaderd witje
Inmiddels waren we wel toe aan een break, dus de maaltijd in ons hotel kwam als geroepen. En wat krachten tanken was wel nodig, want we hadden ook nog een avondprogramma. Net als vorig jaar probeerden we namelijk Dassen in beeld te krijgen in één van de lokale kersenboomgaarden. Dat lukte maar matig; we zagen kort één exemplaar lopen, maar z'n vriendjes bleven, in tegenstelling tot vorig jaar, uit beeld. We kregen echter een ruime compensatie in de vorm van een enkele malen langsvliegend mannetje Vliegend hert! Geweldig en toch best onverwacht!
De volgende dag bleek het inderdaad miezerig, maar we zijn natuurlijk niet voor één gat te vangen. We startten rustig op (dat hadden we na gisteren wel verdiend) en maakten een wandeling over één van de mooiste "bergen" van Zuid-Limburg. Insecten waren er door de wind en nattigheid niet gek talrijk, maar het was lekker struinen, we zagen wat leuke planten en bloemen en toen het wat droger werd, vonden we toch nog o.a. een Rouwende gouden tor, een Gouden tor en zowaar een Zwervende pantserjuffer!
Inmiddels verscheen er zelfs af en toe een opklaring aan de hemel, dus probeerden we (enigszins tegen beter weten in) nogmaals een plek voor Kleine tanglibel. Daarvoor was de zon blijkbaar toch net niet sterk genoeg, maar wel kregen we wederom een Braamparelmoervlinder, enkele IJsvogels en (heel kort) een opvliegende Roodbuikwaterspreeuw voorgeschoteld!
26. Kleine vuurvlinder
Eigenlijk ontbrak er nog één zeldzame maar toch hier en nu realistisch te verwachten dagvlinder op het weekendlijstje: Staartblauwtje. Dus togen we naar een locatie waar we dachten kans te maken en je raadt het al: ook dit lukte, mede dankzij enkele langdurige opklaringen, makkelijk! We zagen zeker vier exemplaren, met daarnaast nog enkele erg leuke bonussen in de vorm van Oranje zandoogjes, Distelvlinder, Gouden sprinkhaan en een copula van een zeldzame Limburgspecialiteit: Klaverwespvlinders!
27. Staartblauwtje
28. Oranje zandoogje
29. Distelvlinder
30. Icarusblauwtje
De laatste krachten werden aangewend voor een klim naar een plek waar (jonge) Vuursalamanders te zien waren. De volwassen exemplaren zijn inmiddels het poeltje uit en zijn overdag zo goed als onvindbaar, maar de "jongen" waren wel makkelijk te bekijken. Ze zijn natuurlijk nog lang niet zo spectaculair als hun ouders, maar het zijn evengoed nog steeds Vuursalamenders ;-)
Wat ik in dit kader nog niet had genoemd, maar wat zeker een plek in het verslag verdient, waren waarnemingen van Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad; beide ook flink zeldzame en niet alledaagse soorten!
Hiermee kwam een einde aan een intensieve, maar heel productieve en bovendien gezellige tweedaagse! Het was op de terugweg ook aanzienlijk rustiger in het busje dan op de heenweg; we hadden een hoop te verwerken!
Deelnemers: hartelijk dank weer en volgend jaar gaan we zeker weer. Deze excursie zit echter nu alweer bijna vol, dus mocht je nog mee willen: reserveer dan vandaag nog...
Comentarios