Toen ik afgelopen weekend de weersvoorspellingen bekeek voor woensdag en donderdag, zakte de moed me toch even in de schoenen. Grijsheid, regen en wind sloegen de klok, dus de scenario's en alternatieven om er toch nog het beste van te kunnen maken beheersten mijn gedachten.
Maar zoals zo vaak viel het uiteindelijk mee. Wat zeg ik: De beide dagen voelden als een Geschenk (ja, mét hoofdletter!) en als je ineens onverwacht zon voorgeschoteld krijgt terwijl je op ellende gerekend had, dan maken de vogels ineens een stuk minder uit. Het feit dat je gewoon lekker buiten kunt zijn in prachtig zacht winterlicht is eigenlijk al genoeg.
Dat wil zeggen: Ik neem daar natuurlijk geen genoegen mee, ik wil nog wel wat kunnen laten zien en gelukkig lukte dat ook vrij aardig.
Op woensdag gingen we op zoek naar roofvogels. Wellicht mede dankzij de wind (die toen nog wel stevig doorwaaide) dan wel door wat pech wilde de lijst uiteindelijk niet doorgroeien tot memorabele proporties, maar volgens mij was iedereen uiteindelijk dik tevreden met een dagje vitamine D in combinatie met diverse Blauwe- en Bruine kiekendieven, Ransuilen (7), een Bosuil, een Koereiger, een Pontische meeuw en uiteindelijk 4 Zeearenden. Deze laatste soort vormde, ondanks het feit dat ze steeds minder zeldzaam worden, toch wel een hoogtepunt vanwege de manier waarop we ze te zien kregen. De laatste twee vonden we "traditioneel" nabij de nestlocatie, maar de eerste twee kwamen prachtig aangevlogen in de Onlanden (terwijl we tevergeefs naar de Ruigpootbuizerd aan het zoeken waren...) en zaten langdurig in een boom in het gebied. Het ging (waarschijnlijk) om een adulte man en een derde/vierdejaars vrouw en dus een nog niet gevestigd paartje. Erg gaaf en met de bebouwing op de achtergrond lijkt het haast of je inmiddels ook tijdens de aankomende tuinvogeltelling rekening moet houden met de soort ;-)
Op donderdag was de wind helemaal weggevallen en hadden we een zo goed als onbewolkte dag. Niets stond een mooie privé-vogeldag met de Buthjes (u kent ze vast uit eerdere verslagen, waarbij we steevast fantastische dagen beleefden) in de weg. En de start was niets minder dan bizar. Nadat we de eerste bestemming (Onlanden) waren binnengereden en terwijl we een Buizerd stonden te fotograferen die vlak naast de weg stoïcijns bleef zitten, zag ik boven me een donker beest strak noordwest vliegen. Toen ik de kijker erop zette, kon ik in eerste instantie niet geloven wat ik zag, maar tegelijk was er geen twijfel: dit was een GROTE JAGER! Ja, u leest het goed, een strikte zeevogel die in het najaar in kleine aantallen over de Noordzee zuidwaarts trekt vloog nu doodleuk op een heldere januaridag boven Drenthe. Krankzinnig en het illustreert maar weer eens wat vogels kijken zo retespannend en leuk maakt: Je moet altijd alles overal verwachten, een verrassing kan zo maar ineens boven je hangen en voor je zitten en wanneer je 's ochtends de deur uitstapt, weet je werkelijk nooit waarmee je 's avonds thuiskomt.
Omdat ik in eerste instantie te perplex stond om foto's te maken en ik de vogel opmerkte toen 'ie recht boven me en van me af vloog, zijn de foto's bagger, maar tegelijk net genoeg om onomstotelijk de soort en de leeftijd (2e kalenderjaar) vast te stellen. Mochten ik dan wel Ilona ooit een Drenthelijst gaan bij houden, dan hebben we deze klapper alvast maar te pakken ;-)
Iets verderop zagen we vrij snel en makkelijk de soort waar we gisteren tevergeefs een uur naar hadden gezocht. Een prachtige Ruigpootbuizerd zat ik struikjes, vloog kleine stukjes en had het aan de stok met de lokale Blauwe kiekendieven. In de verte zag ik nog twee Zeearenden vliegen; wellicht dezelfde vogels als gisteren.
Nadat we hier een tijdje verpoosd hadden, besloten we zuidwaarts te rijden richting Fochteloërveen. Hier gebeurde wat toch echt ooit een keer in het verschiet lag: we MISTEN een soort. Nog nooit eerder vertoond tijdens de inmiddels vele excursies met de familie Buth, maar tegelijkertijd natuurlijk onvermijdelijk. Ik had echter niet verwacht dat het met deze soort zou gebeuren, want de Waterspreeuw nabij Veenhuizen leek al weken vrij honkvast. Hij bleek vandaag echter onvindbaar (niet alleen voor ons, als troost); de toekomst zal uitwijzen of 'ie gewoon tijdelijk was verkast of echt definitief gevlogen is. Het was voor neef Lars in ieder geval een mooie reden om me de rest van de dag te "pesten" met deze misser (ook hij weet welke hekel ik heb aan "dippen"), dus het verzoek aan Ilona is om hem de volgende keer thuis te laten ;-). Gelukkig werden we wel enigszins gecompenseerd door o.a. vier Kraanvogels, een Havik en een mooie groep Kruisbekken; deze laatste zien we ook maar weinig mooi en goed tijdens excursies!
We reden rustig verder door het veen. In de winter is het er niet heel rijk aan vogels, maar wat er zit is wel meteen kwaliteit. Zo zagen we o.a. nog eens 11 Kraanvogels (!), vele Toendrarietganzen, 10+ Wilde zwanen, meerdere Roodborsttapuiten en zeker 2 Klapeksters!
Het laatste uurtje zonlicht besteedden we in het Drents-Friese wold, maar daar bleek het relatief rustig. We hoorden een Zwarte specht, zagen nog een groepje Kruisbekken en vonden iets wat leek op sporen plus uitwerpselen van een Wolf... We gaan het even uitzoeken! Ilona en familie: Weer bedankt voor de gezelligheid en tot dit voorjaar!
Comments