Vogelen bij 25 graden en een strakblauwe lucht klinkt misschien ideaal, maar dat is het eigenlijk niet. Natuurlijk, het is fijn om in een t-shirt rond te wandelen en je te laven aan de warmte van de voorjaarszon, maar voor een productieve vogeldag kun je echt beter iets meer turbulentie in het weer hebben. Op warme dagen slaat de (zang)activiteit snel neer, heb je al vanaf vroeg op de dag te maken met stevige warmtetrilling (belet het zicht en ontneemt je de kans op scherpe foto's), heb je vaak last van tegenlicht en verdwijnen overvliegende vogels vaak hoog en onzichtbaar tegen de blauwe lucht. Bovendien is er op rustige dagen vaak ook weinig zichtbare trekbeweging; daar is een enigszins stuwende wind wel noodzakelijk voor. Kortom: een ideale vogeldag heeft wat ons betreft wat bewolking, een beetje wind, soms misschien zelfs een buitje (levert vaak weer een opleving op) en als het kan een enigszins fijne temperatuur nodig. Afgelopen Hemelvaartsdag stond in het teken van twee excursies "Lauwersmeer compleet". Zowel Lazar als ik (Martijn) gingen met gasten op pad en draaiden tegen elkaar in ongeveer hetzelfde programma. Het was echter vanaf het begin van de dag blauw, zonnig en warm. Heerlijk weer om rond te wandelen, maar zoals verwacht was het bij tijd en wijle wel wat lastig vogelen en waren enkele plekken iets rustiger en/of minder goed te checken dan gebruikelijk. We begonnen 's ochtends bij de uitkijkbult De Pomp, waar het nog wel flink luidruchtig was qua vogels. Vooral de Wielewalen waren "massaal" aanwezig, met wel vijf zingende mannetjes her en der. Uiteraard deden ze hun reputatie eer aan en waren ze niet of nauwelijks te zien. Andere waarnemingen tijdens de twee uur dat we hier rond struinden waren o.a. Zeearenden bij het nest, Wespendieven, Appelvinken, vele Bruine kiekendieven, Raven en Grauwe vliegenvangers. Na een tussenstop bij een locatie met o.a. zingende Bosrietzangers, een Spotvogel, een Kleine Zilverreiger en een Blauwborst kwamen we terecht bij het Jaap Deensgat. Hier begon de warmtetrilling ons al flink parten te spelen, maar was het leuk te merken dat de Blauwborsten inmiddels duidelijk in een tweede zangpiek zijn beland. We zagen er vele, met daarnaast ook o.a. Baardmannetjes, een Casarca, een hoempende Roerdomp, een groepje Bontbekplevieren en een hoog naar oost doortrekkende vrouw Grauwe kiekendief.
Volgende stop was de Kustweg, waar op het Wad de eerste grote groepen steltlopers hun plekken weer innamen op de drooggevallen slikplaten. Zo konden we een leuk aantal soorten bijschrijven op de daglijst: Rosse grutto, Zilverplevier, Bonte strandloper, Lepelaar, Drieteenstrandloper, Steenloper, Eiders (met jongen) en als leukste soorten Kleine strandloper en Krombekstrandloper.
Op weg naar de Ezumakeeg makten we nog verschillende korte tussenstops, die o.a. een ver groepje Morinelplevieren (oranje stippen in de warmtetrilling...) en een hard doorjakkerende slanke kiekendief, die op basis van postuur (klein, met smalle vleugelhand) en koppatroon door de kijker prima een Steppekiekendief kan zijn geweest. Zoals hierbeneden duidelijk te zien is, is het bewijsmateriaal echter wat aan de magere kant... ;-). Gevalletje jammer maar helaas...
Het traditionele eindstation van een rondje Lauwersmeer is de Ezumakeeg, aangevuld met de "nieuwe Keeg", de Bochtjesplaat. Beide gebieden zijn ware walhalla's voor vooral steltlopers, maar het was duidelijk dat de droogte ook hier al aan het toeslaan is. Het water trekt zich steeds verder terug en de slikplaten veranderen langzaam maar zeker in droge vlaktes, dus met het ook op de nabije toekomst hopen we zeer dat er wat regen gaat vallen... Voor alsnog was er nog behoorlijk veel te zien en noteerden we o.a. Dwergmeeuwen, Kleine zilverreiger, Krombekstrandlopers, Kleine strandlopers, enorm veel Bontbekplevieren, meerdere Kleine plevieren, Grutto's, Kluten en als soorttechnisch hoogtepunt een (helaas wel wat verre) GESTREEPTE STRANDLOPER. Deze soort is een zeldzaamheid (met jaarlijks enkele gevallen in Nederland), maar is voor velen door het ontbreken van echt in het oog springende kenmerken een behoorlijke determinatie-uitdaging. De afstand hielp in dit geval ook niet echt mee, maar we hebben er nog een bewijsje uit kunnen persen dat voldoende is om de soort te kunnen herkennen...
Zo was de algemene opinie uiteindelijk dat het weer het nipt gewonnen heeft van de vogelopbrengst, maar dat we zeker tevreden konden terugkijken op een mooie dag. Volgend voorjaar gaan we zeker weer, maar we zullen uiteraard al wel eerder weer in het gebied te vinden zijn!
Comments