Statistieken: je kunt je eraan optrekken of je kunt er bang van worden. In het geval van onze jaarlijkse excursie op zoek naar de uiterst zeldzame (de totale populatie van deze alleen in Nederland voorkomende ondersoort Batava wordt geschat op ergens tussen de 50 en 400 exemplaren...) en bedreigde Grote Vuurvlinders in de Weerribben deden we (mede-excursieleider Marnix Jonker en ik) het beide. Als je puur naar het slagingspercentage van onze excursies kijkt, zitten we na vijf edities op 100%. Op alle voorgaande dagen zagen we steeds de soort waaromheen de excursie gebouwd is, dus dat is positief en zou ons gunstig moeten stemmen. Maar er is ook een andere benadering van de statistieken, die ons toch altijd iets meer zenuwen inboezemt. Op de eerste editie, namelijk, zagen we namelijk meteen een stuk of acht vlinders. Echter, op alle edities daarna moesten we het steeds doen met één enkel exemplaar. Dat is natuurlijk genoeg, maar het hoeft er maar eentje minder te zijn of... Afijn, het is dus voor het gevoel lang geen zekerheid, ondanks die eerder genoemde 100%. Nu was het ook nog eens zo dat de dagen voorafgaand aan deze excursie de regen met bakken en onophoudelijk uit de lucht was komen vallen en de waarnemingen van de soort deze zomer ook nog zeer, zeer schamel waren, dus dat stemde ons ook niet meteen optimistisch. Voeg daar tenslotte bij dat de weersvoorspellingen ook niet overdreven gunstig waren en u zult begrijpen dat Marnix en ik best een beetje gespannen waren voor wat de dag ons zou brengen. Nadat een ieder mooi op tijd op de startlocatie was aangekomen, konden we onder een half bewolkte hemel en bij een best aangename temperatuur beginnen aan onze eerste wandeling. Dat de vlinders en libellen na dagen van regen en lage temperaturen erg de behoefte hadden om weer te vliegen bleek al meteen: de aantallen waren indrukwekkend en vooral de vele Atalanta's en Dagpauwogen vielen op. In de uren die volgden gingen we op zeer laag tempo door het gebied, maar dat kwam puur omdat er enorm veel te zien was. Naast de vele algemene soorten zagen we op gebied van libellen onder andere nog best een aantal zeldzame Sierlijke witsnuitlibellen (waren in de vorige jaren al uitgevlogen), enkele Gevlekte witsnuitlibellen, prachtige Vuurlibellen, verse (en zeldzame!) Kempense heidelibellen, Gevlekte glanslibellen en Bruine korenbouten. Op vlindergebied was een zomers Landkaartje en een voorbij zwevende Grote Weerschijnvlinder noemenswaardig. Verder zagen we leuke soorten als Gouden sprinkhaan (waaronder ook een roze kleurvariant, blijft een onwerkelijk gezicht!), Moerassprinkhaan, Grote Oeverspin, Tijgerspin, Ringslang, Purperreiger en Wielewaal. Kortom: de kop was er lekker af, maar van de Grote vuurvlinder nog geen spoor.
Vervolgens stonden er twee locaties op het programma waar we in eerdere edities tegen Grote Vuurvlinders waren aangeblunderd. De eerste stek bleek wederom rijk aan vlinders en libellen, maar ondanks zoeken met vereende krachten lukte het niet daar de wenssoort te vinden. Maar toen kwam de tweede plek. Nadat we wat verspreid waren en iedereen z'n steentje aan het bijdragen was aan de zoektocht, begon één van onze deelneemsters (nogmaals dank, Gonny!) ineens wild te zwaaien en gaf Marnix kort daarna het teken om snel te verzamelen: we hadden er één te pakken! Ze (het was "helaas" wel een vrouwtje, dat iets minder knallend oranje is dan een mannetje) was komen aanfladderen, bleef kort na de ontdekking precies lang genoeg zitten om door iedereen bewonderd en gefotografeerd te kunnen worden alvorens door een windvlaagje te worden opgepakt en te verdwijnen richting verboden/ontoegankelijk gebied. Ondanks intensief zoeken daarna lukte het niet meer om de of een vlinder te vinden. Desalniettemin was de vreugde bij alle deelnemers (en gidsen ;-)) zeer groot, omdat de soort voor velen toch wel veruit de belangrijkste reden was om mee te gaan. En dat een deelneemster hem uiteindelijk vindt maakt het eigenlijk nog wat leuker; haar enthousiasme na de vondst was aanstekelijk en mooi om te zien!
Na dit succes konden we dus ontspannen de fluisterbootjes in voor het laatste gedeelte van de excursie: een vaartocht langs enkele plekken die in het verleden ook goed bleken voor Grote vuurvlinders. Helaas troffen we die soort niet meer aan, maar toch bleek de vaartocht (met extra bootje voor de onderlinge afstand) niet alleen heel ontspannend en zonovergoten, maar ook prima productief. Op vlindergebied konden we zowaar nog twee leuke soorten aan de daglijst toevoegen, te weten Eikenpage en de prachtige en zeldzame Zilveren maan. Qua libellen leverde het geen nieuwe soorten meer op, maar wel enkele mooie waarnemingen en fotomogelijkheden van onder andere Grote roodoogjuffer, Vroege glazenmaker, Sierlijke witsnuitlibel, Blauwe breedscheenjuffer en Bruine korenbout.
Ondanks de wat bibberige verwachtingen en statistieken kunnen we zeggen dat dit misschien soorttechnisch de beste editie was tot nu toe. En we hebben ons weer prima aan de excursietitel gehouden: "Grote vuurvlinder (in enkelvoud, dus ;-)) en meer in de Weeribben"! Volgend jaar gaan we weer, de nieuwe data komen binnenkort op de site!
Comments