MINIBUSEXCURSIE, ZATERDAG 8 APRIL 2023
Voor sommige vogelaars is de combinatie van het woord "gans" en "goed" bij voorbaat een onmogelijke. Ganzen, meeuwen en eenden zijn de drie soortgroepen die er over het algemeen niet met de populariteitsprijs vandoor zullen gaan. Ik ben het daar doorgaans hartgrondig mee oneens. Ik heb een uitgesproken liefde voor meeuwen, van sommige ganzen ben ik ronduit fan en kijk eens goed naar eenden (de meeste zijn prachtig!) en zie bovendien waartoe ze in staat zijn. De paar ontsnapte uitzonderingen mogen toch maatgevend en bepalend zijn voor de overgrote, wilde meerderheid?
Oftewel: je mag mij wel wakker maken voor, in dit geval, een leuke gans. Natuurlijk weet je in het geval van een zeldzaamheid in het algemeen en een eend of gans in het bijzonder nooit helemaal zeker waar deze uit het ei is gekropen. Is dat inderdaad in het gebied waar de oorspronkelijke populatie zich bevindt (dat hoop je), komen ze van een Nederlandse kweker of stammen ze uit een verwilderde populatie (zoals vaak bij Sneeuwganzen het geval zal zijn)?
Ik ga over het algemeen gewoon uit van het principe "onschuldig, tenzij het tegendeel bewezen is". Dus zit de soort op een te verwachten tijd op een goede plaats en in logisch gezelschap (voor wat dat dan weer waard is), is de vogel ongeringd, vertoont deze geen abnormaal gedrag of vreemde beschadigingen aan het verenkleed en blijft 'ie niet jaarrond hangen, dan kun je er in geloven of niet maar neig ik ernaar de vogel serieus te nemen. Er zijn inmiddels zo veel bizarre waarnemingen gedaan en vogels blijken steeds weer tot veel meer in staat dan wij ook maar voor mogelijk kunnen houden. Er rest dus simpelweg weinig anders dan objectief te kijken, bovenstaande zaken af te vinken en gevoel uit te schakelen. Doe je dat niet, dan wordt het inconsequent gokwerk en dat moet je vermijden.
Uitzonderingen op bovenstaande richtlijn zijn wat mij betreft inmiddels toch wel de eerder gememoreerde Sneeuwganzen en een soort als bijvoorbeeld Kokardezaagbek, die inmiddels her en der tot broeden is gekomen en waarvan onmogelijk meer is vast te stellen of het wilde dan wel verwilderde vogels zijn. Jammer maar helaas, maar ik zou deze soorten maar gewoon standaard op exoot zetten tot het tegendeel bewezen is.
Je voelt natuurlijk al een beetje aankomen waar dit hele betoog naar toe gaat, maar ik ga even terug naar de chronologie en bewaar deze ongelofelijke cliffhanger nog even ;-).
Afgelopen zaterdag vond de eerste voorjaarseditie plaats van "Rondje Oostvaardersplassen". De dag ervoor, overigens, was er nog een tweede Adderexcursie, die vanwege het weer flink spannend was. Er werd regen en bewolking, maar ook een kans op zon in de middag voorspeld, dus ik heb tot een dag vooraf zitten worstelen met het wel of niet laten doorgaan van de dag. Uiteindelijk heb ik besloten te gaan met de mensen die de gok met me wilden wagen. Van de acht oorspronkelijke deelnemers bleven er vijf over en die bleken spekkoper. Het kostte meer moeite dan twee dagen ervoor, maar uiteindelijk kwam inderdaad de zon en daarmee de adders en zagen we er vijf. Mooiste bonus was een schaarse Roodhalsfuut, die een keer niet op de vaste plek (Diependal) zat (dank, Dirk!)!
Dan de Oostvaardersplassen; daar was het heel ander weer! We startten volop zonnig en met weinig wind en dat heerlijke weer hield lang aan. 's Middags kwam er wat hoge bewolking en draaide de wind een slag naar een koude hoek, wat het meteen een stuk frisser en bij de vogels ook meteen een stuk rustiger maakte. Gelukkig was het grootste gedeelte van de buit toen al binnen ;-).
Aanvankelijk was het Oostvaardersveld ook rustiger dan verwacht. We hoorden bijvoorbeeld nauwelijks rietvogels, maar wel riep er een paar minuten lang een Buidelmees uit een ruig deel met riet en struikjes. De roep verdween helaas steeds verder naar achteren tot het stil bleef; we hebben 'm uiteindelijk niet in de kijker gekregen... Wel zagen we o.a. een groep van 10 Raven, enkele Appelvinken en gewone maar mooie soorten als Kneu en Roodborsttapuit.
Vervolgens posteerden we ons op de Kleine praambult en onder het genot van koffie en koek was het daar echt genieten. Niet alleen van de zon, maar ook van vele Zeearenden (een stuk of 6 jonge vogels en een adult), een Blauwborst, 2 Tapuiten, zingende Matkoppen, een Buizerd die het langdurig met een Raaf aan de stok had, meerdere Bruine kiekendieven en krankzinnig veel Brandganzen, die voortdurend werden opgejaagd door klooiende Zeearenden. En dankzij hen vond ik in de enorme groep ineens een wit gansje, dat eerst heel ver weg tussen de Brandganzen zat maar tijdens een paniekaanval richting ons geveegd werd en relatief vlak langs kwam vliegen! Het was meteen duidelijk dat het een zeer zeldzame ROSS' GANS, een Noord-Amerikaanse soort, betrof! Helaas kon ik niet vaststellen of de vogel ongeringd was, maar nadat ik via Pim de vogel had gemeld, lukte het Jan-Paul Jongejans later die dag goede foto's te maken van de overduidelijk "blote poten". Hiermee waren dus alle benodigde vinkjes gezet om 'm "gewoon" als wild te mogen beschouwen. Dat wil zeggen, tenzij de vogel hier in juni nog in z'n eentje rondwandelt, maar dat zie ik, gezien z'n huidige gezelschap, niet gebeuren.
Met deze nieuwe soort voor velen op zak wandelden we nog een rondje op het Oostvaardersveld en in één van de hutten kregen we een zeldzaam goede blik op een foeragerende Cetti's zanger. We hadden er al vele gehoord, maar aangezien de soort berucht is om z'n verborgen gedrag, was er één in de kijker krijgen nog niet gelukt. Dit exemplaar maakte het meteen goed en klaar! Verder zat er ook een prachtige Gekraagde roodstaart en hingen er zowaar opeens ZES jonge Zeearenden zo'n beetje recht boven ons. Het blijft toch geweldig gaaf!
In de hut De Oeverloper konden we het gemelde Bokje niet vinden (wel een Watersnip), maar vanaf de Grote praambult was het weer raak met o.a. twee Dwergmeeuwen, een (late) Wilde zwaan, een Ooievaar en een Lepelaar.
De middag vorderde al gestaag en we waren nog helemaal niet aan de Almerezijde toe gekomen. Daar aangekomen bleek de wind dus gevoelig gedraaid en was het wat rustiger dan gehoopt. Desalniettemin stuitten we op een paar mannen Edelhert vlak naast het pad, een verre Vos alsmede een vrouw Tapuit, een langs vliegende IJsvogel, een late Grote zaagbek en meerdere Watersnippen.
Wanneer ik ook maar enigszins de kans heb, dring ik mensen graag wat meeuwen op. Aangezien mijn groep in het busje zat en geen kant op kon, moesten ze noodgedwongen even later een paar Pontische meeuwen bekijken ;-). Een bezoekje aan De Vaart is namelijk de manier om deze typische Oostvaardersplassensoort (de grootste broedkolonie van Nederland van deze schaarse meeuw zit bij Lelystad) mooi te kunnen bekijken. Aangezien de volwassen vogels al in de kolonie zijn, waren het vooral tweede- en derde kalenderjaar vogels die voorhanden waren, maar die vind ik eigenlijk ook de mooiste ;-)
De terugweg over de Oostvaardersdijk bracht nog enkele Zeearenden (alsof het de normaalste zaak van de wereld is!), wat aarzelende Rietzangers en Blauwborsten en in het bovenwater vlogen meerdere prachtige Dwergmeeuwen rond.
Rond kwart voor vijf was de cirkel rond en ging ieder volgens mij tevreden het Paasweekend in. Deelnemers, bedankt en mocht je ook nog mee willen: het wonderlijke feit doet zich voor dat voor de excursie van vrijdag 28 april nog VOLOP PLEK IS! Onbegrijpelijk, gezien de tijd en het gebied! Meld je dus snel aan als je mee wilt!
Comments