MINIBUSEXCURSIE, MAANDAG 9 SEPTEMBER 2024
Najaar is wat mij betreft de spannendste en mooiste periode in ons vogeljaar. Er kan van alles gebeuren, de gekste soorten kunnen op de gekste plekken opduiken en bijna alle habitats kunnen ineens uitgroeien tot hotspots. Ook invasies of inluxen van schaarse of zeldzame vogels of ongekende aantallen die ons land overspoelen zijn een typisch najaarsfenomeen.
Daar staat tegenover dat het najaar ook, vaker dan het voorjaar, een patroon kent van alles of niets. Je hebt geweldige dagen met "dansende bosjes" en "kolkende zee", maar je hebt ook dagen dat er even weinig lijkt te gebeuren of dat de trekbewegingen zich vooral buiten ons zicht afspelen. Op mooie nazomerdagen, bijvoorbeeld, profiteren de meeste doortrekkers van gunstige vliegomstandigheden om kilometers te maken en stoppen dan niet of aanzienlijk minder dan wanneer pokkenweer ze naar beneden noopt. Wanneer de wind niet aanlandig (genoeg) is, blijven zeevogels te ver van de kust om ze op te kunnen pikken. Oftewel: het najaar is een loterij waaraan je gewoon met veel loten moet meedoen. Hoe vaker je naar buiten gaat, hoe meer kans je hebt om met de neus in de boter te vallen en waarbij je dus op de koop toe moet nemen dat je soms buiten de prijzen valt.
Hoewel, buiten de prijzen: als je het privilege hebt om op een mooie herfstdag een flink aantal uurtjes buiten te mogen zijn en je kiest daarvoor een schitterende plek uit, heb je eigenlijk altijd prijs, wat er ook gebeurt.
Het laat zich inmiddels makkelijk raden waar deze introductie toe gaat leiden. Onze Texeldag van dit najaar (er volgen er meerdere) was er eentje die letterlijk inviel tussen twee golven van geweld. We waren net te laat voor de ongebruikelijke aantallen Roodpootvalken die Nederland en ook Texel overspoelden en de noordwestenwind, die de kust besprenkelde met aansprekende zeevogels, stak net te laat op. Wij waren er dus op een moment met prachtig rustig weer, wat qua welzijn heerlijk is, maar voor de zichtbare trek net niet is wat je nodig hebt. De nacht had vele zangvogels de mogelijkheid gegeven om door/weg te vliegen, voor overvliegers was er weinig reden voor een tussenstop en de zeevogels zaten nog daar waar ze het liefst zijn: ver weg, uit zicht.
In het "interbellum" was het natuurlijk absoluut geen straf om op het eiland te zijn en de grote aantallen roofvogels die de hele dag het luchtruim opsierden, maakten dat het de hele dag spannend en leuk bleef. De echte najaarsklapper, waar je stiekem een beetje op hoopt, bleef helaas wel uit.
Dat het qua roofvogels spannend was, wees het eerste uurtje op de dijk boven de Mokbaai al uit. Vele Buizerds, Bruine kiekendieven, Torenvalken, Sperwers en zowaar twee Visarenden gleden door onze kijkerbeelden! Erg leuk en de constante paniek de ze veroorzaakten maakte ook meteen duidelijk dat ook de akkers vol zaten met o.a. Kieviten, Goudplevieren, Kemphanen en Spreeuwen.
Bij De Petten was het zoals gebruikelijk leuk met steltlopers. Meest opmerkelijk waren een (forse) Kleine strandloper, twee Kleine zilverreigers, drie Witgatjes, wat Groenpootruiters, een Zwarte ruiter en een afgevlogen Bruin blauwtje.
Prins Hendrik bracht nog wat extra steltlopers, bijvoorbeeld Drieteenstrandlopers en Kanoeten, maar ook een laatste Grote stern en een Pontische meeuw. In het Wagejot zaten ontzettend veel Goudplevieren en Kemphanen; niet alleen visueel maar ook auditief een traktatie.
De route noordwaarts leverde niet gek veel noemenswaardige soorten op en na de gebruikelijke stop bij het Vogelinformastiecentrum in De Cocksdorp wandelden we door de tuintjes naar het trektelpunt en terug. De eerder daar gemelde Roodpootvalk (b)leek gevlogen, wij moesten het doen met o.a. Paapjes, Tapuiten en een Gekraagde roodstaart.
Inmiddels was de wind wat aangetrokken en riep de zee. Helaas antwoordden er ook regenwolken en we stonden nog maar net of het blauw werd ingeruild voor grijs en we kregen de eerste plensbui na een periode van mooi weer op ons hoofd. We wisten nog meerdere Jan-van-Genten en wat Zwarte zee-eenden in de kijker te krijgen, maar toen ook de tweede bui zich aandiende, besloten we het toch maar voor gezien te houden. De laatste uurtjes licht van de dag bleken op diverse plekken langs de kust toch behoorlijk uit te hebben betaald in zeevogels; de wind kwam voor ons dus net wat uurtjes te laat.
Gelukkig is het najaar nog lang en zullen zich vast nog wel de nodige zeevogels aandienen. Misschien zondag al wel tijdens de eerste zeevogeltocht van dit seizoen vanuit Lauwersoog. Er wordt de dagen vooraf noordwestelijke aanvoer verwacht en op de dag zelf zal het rustig uit het westen waaien, dus dat lijkt allemaal veelbelovend! Er zijn nog enkele plekken vrij, ik zou het wel weten!
Ook voor mensen zonder zeebenen maar met telescoop is er voor een dagje zeevogels vanaf de vaste wal nog plek!
Comments