MINIBUSEXCURSIE, WOENSDAG 2 OKTOBER 2024
Eindelijk! Na toch een kalme periode met relatief weinig opzienbarende soorten en zonder al te vaak het gevoel te hebben gehad dat er, letterlijk en figuurlijk, iets in de lucht hing, was het gisteren (woensdag) ineens raak! Raak qua adrenaline, raak qua najaarsgevoel, raak qua soorten en raak qua heerlijk oktobervogelen!
De oorspronkelijke opzet van de excursie was gericht op zee. De titel was "herkenning van langsvliegende zeevogels", maar iedereen weet dat je voor veel zeevogels aanlandige wind nodig hebt. Aangezien deze er niet stond (het was noordoost), was er niet gek veel te verwachten en was ik er bij voorbaat al vrij zeker van dat we plan B, ook in de excursieplanning opgenomen, wel zouden gaan inzetten. Flexibiliteit is de sleutel tot mooie vogeldagen, zeker in het najaar!
Het werd dus een hybride excursie: de helft werd gevuld met zee, de andere helft spendeerden we in de duinen, de polders en de zeereep rondom Camperduin.
Dat het toch nog de helft zee werd, had vooral te maken met het feit dat er toch best wat te zien was. Met name Jan-van-Genten vlogen in grote aantallen en foerageerden regelmatig achter de talrijke kotters die voor de kust heen en weer voeren.
Rond half elf, toen het even gemoedelijk en rustig leek, werd ik ineens bruut wakkergeschud toen er een 'raar beest' van heel ver op de horizon koers zette richting kust. Het eerste wat ik zag was een forse, donkerbuine vogel met een lichte buik en een donkere kop dat met directe, jagerachtige vleugelslag laag over de golven op ons aan kwam vliegen. Een adulte jager was dan ook het eerste dat door me heen schoot (de vogel leek ook niet heel groot). Toen 'ie, nog steeds op grote afstand, ineens zuidwaarts afboog, bleek het geen jager, maar een 'gent'. Ik kon echter van het kleed geen chocola maken; het leek in niets op welk onvolwassen kleed dat ik van Jan-van-Gent kende dan ook. De vogel had een compleet donkere kop, scherp contrasterend met een zuiver witte buik. De ondervleugels waren licht en er was/leek geen witte stuit aanwezig, de bovendelen waren egaal donkerbruin. Verward probeerde ik iets van plaatjes te maken; vaak kun je met een stilstaand beeld de kenmerken net iets beter interpreteren. De afstand was echter dermate groot, dat dat eigenlijk niet gek veel hielp. De vogel verdween vrij snel achter een duintop uit beeld.
Waar hadden we (de hele groep wist de vogel op te pikken) nou zojuist naar gekeken? De paar pixels op mijn camera brachten niet meteen duidelijkheid, maar lieten wel een vogel zien die kenmerken vertoonde van Bruine gent. Na ruggespraak met enkele bevriende vogelaars besloot ik toch de vogel maar als zodanig te melden, in het kader van "beter tien keer te veel gemeld, dan één keer te weinig". In de haast gaf ik de melding op Dutch Bird Alerts wel een verkeerde zekerheidscode mee. "Vrij zeker" had "Mogelijk deze soort" moeten zijn, want van zekerheid in welke vorm dan ook was geen sprake.
Een lang verhaal kort: ik kwam er op het moment, ook door gebrek aan literatuur en vooral door het feit dat ik met een excursie bezig was, niet meteen uit, dus ik probeerde de vogel maar even uit het hoofd te zetten en hoopte erop dat de barre plaatjes uiteindelijk uitsluitsel zouden kunnen geven. Welnu, daarop zie ik inmiddels ook wat anderen al opmerkten bij de eerste pixels: de kopkap loopt niet ver genoeg door op de borst voor een Bruine gent en ook lijkt de staart niet lang en puntig genoeg. Toch is het een zeer mal en verwarrend beest, dat in ieder geval zorgde voor de eerste adrenalinestoot van de dag!
Zoals gezegd vermaakten we ons de eerste uren prima met de vele Jan-van-Genten die wel gewoon in het beeld van de soort pasten, maar ook met veel Roodkeelduikers (de meeste adulten in zomerkleed), een Grote jager, een jagende Kleine jager, tientallen Zwarte zee-eenden, een groepje Toppers, vijf Eiders, enkele Middelste zaagbekken en opvallend weinig Alk/Zeekoeten.
Tijdens het turen over zee was al duidelijk dat ook de landtrek flink bezig was. Voortdurend zag je zangvogels vanuit zee het land op vliegen en met name Oever- en Graspiepers vlogen redelijk veel over en langs. Toen de actie boven zee rond het middaguur uitdoofde, besloten we het dan ook over een andere boeg te gooien. Er was een sterke Bladkoningwens bij veel van de/alle deelnemers, dus gingen we eerst de zeereep in om daar ons geluk te beproeven. En dat was meteen heel spannend! Er zaten inderdaad lekker wat vogels en al struinend kreeg je al snel het heerlijke oktobergevoel waar je als vogelaar naar op zoek bent. De strook die wij "uitkamden" bracht helaas geen Bladkoning, maar wel genoeg anders om ons lekker bezig te houden. Het leukst (wat mij betreft) was een bleke 'grasmus', die de eerste paar seconden, toen we 'm nog niet helemaal lekker in beeld hadden, de indruk wekte van een Sperwergrasmus, maar die zich al snel verraadde als een late Tuinfluiter. Daarnaast zaten er ook zeker drie Grasmussen (ook lekker laat!), een Zwartkop, meerdere Tjiftjaffen, Zanglijsters, Roodborsten, Roodborsttapuiten en Heggemussen. Voeg daar een Tapuit bij die we al eerder troffen en het was duidelijk: de boel is in beweging!
De polders rond de Petten waren vooral erg leeg, en omdat de noordoostenwind aardig aantrok, leek het een goed idee om de zangvogels op te zoeken in de luwte van de Schoorlse duinen. Een mooie wandeling vanaf Groet bleek een schot in de roost. We vonden al snel een 'flockje' met o.a. twee Vuurgoudhanen, een soort die we verderop nog wat vaker hoorden. Ook vlogen de/mijn eerste Koperwieken en Kepen van het najaar over.
Maar de tweede, grote adrenalinestoot van de dag kwam toen we een bebost duin opliepen omdat er zich bovenop een groep lijsters en vinken leek te bevinden. Toen ik omhoog wandelde, vlogen er inderdaad flink wat vogels van de grond op, de grove dennen in. Op goed geluk probeerde ik er een paar te volgen en bij de eerste vogel die ik op een tak in beeld kreeg, schrok ik me meteen rot! Een Siberische boompieper! Een hartstikke zeldzame soort, die nog wel eens op sonogrammen wordt vastgelegd en zo wordt gedetermineerd, maar die maar zeer zelden aan de grond wordt gevonden. Als je een kans wilt maken, kun je het beste in oktober naaldbossen langs de kust doorstruinen, maar dan nog is het een speld in een hooiberg en een echte 'jackpot'. Ik probeerde aan te geven waar ik keek, maar dat is eigenlijk vrij onmogelijk in een bos. Veel verder dan de vage aanwijzing "op die dikke zijtak" kwam ik niet, maar wonder boven wonder wisten enkele deelnemers de vogel in de amper tien seconden dat 'ie op de tak zat toch te vinden. Anderen zagen de vogel niet, of zagen 'm (roepend!) wegvliegen, samen met verschillende lijsters en vinken. Ondanks dat 'ie niet ver weg leek te gaan, konden we 'm niet meer terugvinden. Ontzettend jammer, want als je als gids iets niet wilt, is dat je zelf een mooie soort ziet die de deelnemers missen. Soms gaat het nu eenmaal zo en Camperduin lijkt er wel patent op te hebben. Twee jaar geleden zag ik dichtbij een Papegaaiduiker langsvliegen die wonderbaarlijk genoeg ook niemand anders wist op te pikken...
Hoe dan ook:m dit was slechts mijn derde Siberische boompieper aan de grond in 40 jaar vogels kijken en mijn eerste "zelf ontdekte" (aan de grond, dus). Dat zijn natuurlijk de allerleukste, helemaal als je er ook nog een foto uit kunt persen!
Met gemengde gevoelens (gave vondst, maar jammer dat niet iedereen 'm heeft kunnen zien) wandelden we langzaam terug richting minibus toen er eenmalig maar onmiskenbaar een Bladkoning riep vanuit de dennen naast het pad. Even later bleek het te gaan om zeker twee, missichien drie exemplaren die, zonder gezelschap van andere zangvogels, met enige moeite mooi te zien waren. Gelukkig bleek deze fijne najaarssoort wel voor iedereen weggelegd! Samen met wat Boomleeuweriken, twee IJsvogels en wat Kuifmezen bleek het dus een zeer productief stuk duin!
Hiermee kwam een heerlijke najaarsdag tot een mooi einde. Hopelijk is dit de voorbode van nog meer oktobergeluk, te beginnen aanstaande vrijdag. Dan varen we met een bootje naar Vlieland; ook een best kansrijke plek!
Comments