top of page

WEEKEND "GRONINGER HOOGTEPUNTEN" DOET DE NAAM EER AAN!

Bijgewerkt op: 28 mei 2019

Denk je aan Groningen dan denk je aan oneindig vlak land, afgewisseld met schilderachtige wierden, borgen, majestueuze boerderijen, stad en wad. Maar als vogelaar denk je ook meteen aan enkele soorten die vooral en soms zelfs alleen in Groningen te zien of te horen zijn. Het meest in het oog springend is een viertal dat met recht een specialiteit van de provincie genoemd mag worden: Witwangstern, Kleinst Waterhoen, Grauwe Kiekendief en Breedbekstrandloper. Natuurlijk, zo nu en dan duiken deze soorten ook wel buiten Groningen op, maar dat is vaak incidenteel en onvoorspelbaar. Kom een weekend in mei of juni naar Groningen en je kunt er zo goed als vanuit gaan dat ze er zitten. Je moet ze alleen nog even vinden, maar daar zijn wij dan weer voor ;-). De uiteraard volgeboekte weekendexcursie draaide dan ook vooral om deze soorten, maar uiteraard keken we niet weg wanneer er andere soorten ons pad kruisten. Dat bracht ons dan ook een mooi afwisselend soortenpalet en een prachtig inkijkje in de verschillende habitats van de vogelprovincie Groningen.

De zaterdag begon met een bezoek aan het Zuidlaardermeergebied en dan vooral het Groninger deel (Onnerpolder). Dit relatief nieuwe gebied heeft zich de laatste jaren in rap tempo ontwikkeld tot een absolute hotspot voor vogelaars en herbergt een aantal soorten die zich vaak ook buitengewoon goed laten zien. Aan het eind van de ochtend hadden we dan ook al een mooi lijstje waarnemingen verzameld en was de eerste échte Groninger specialiteit, de Witwangstern, ook "binnen". Deze soort broedt vooral en Zuid- en Oost-Europa en het Zuidlaardermeergebied is de enige locatie in Noordwest Europa waar zich een kleine maar stabiele broedpopulatie bevindt. Het is dan ook een voorrecht om deze schitterende sterns te zien, te horen en nesten te zien bouwen. Naast de Witwangen zagen we ook verschillende Steltkluten (inmiddels ook een vaste broedvogel van het gebied), Zwarte Sterns, Lepelaars en Geoorde Futen (nergens broeden er zo veel als hier!).


Witwangstern

Steltkluut

Steltkluut

Zwarte Stern

Voor de tweede doelsoort, de Grauwe Kiekendieven, moesten we echt de provincie in. Oldambt, in het noordoosten van Groningen, is inmiddels al vele jaren het bolwerk van deze prachtige maar kwetsbare roofvogels. In de uitgestrekte graanvelden omringd met kruidige akkerranden gaat het dankzij de inspanningen van de Werkgroep Grauwe Kiekendief redelijk goed met de soort en kun je ze met wat moeite zien jagen en nesten zien bouwen; een uniek en prachtig plaatje waar we zuinig op moeten en trots op mogen zijn! Als bijvangst pakten we ook nog een mannetje Blauwe Kiekendief mee, een soort die in de slipstream van de maatregelen voor de Grauwe Kiekendief zo nu en dan ook weer tot broeden weet te komen.

Man Grauwe Kiekendief met nestmateriaal

Grauwe Kiekendief

Grauwe Kiekendief in z'n natuurlijke habitat.

Grauwe Kiekendief

Man Blauwe Kiekendief op afstand en in de luchttrilling.

Toen we uitgebreid genoten hadden van het roofvogelspektakel, dat ons trouwens ook nog waarnemingen van o.a. Boom- en Slechtvalk bracht, konden we door naar de laatste stop van de dag: de Dollard. Bij opkomend water is het hier vaak genieten van enorme aantallen steltlopers die komen overtijen en dat was vandaag niet anders. Het waren vooral de Rosse Grutto's, Zilverplevieren, Kanoeten, Bontbekplevieren en Bonte Strandlopers die de show stalen, maar dankzij een aantal vogelaars dat al ter plekke was en goed hun best had gedaan konden we zo aanschuiven bij een echte zeldzaamheid: een Amerikaanse Goudplevier liet zich op afstand maar goed herkenbaar zien en betekende een nieuwe soort voor de gehele groep! Helaas konden we de Breedbekstrandlopers die ook in de groep zouden hebben moeten zitten er niet goed herkenbaar uithalen, maar daarop hielden we ook de volgende dag nog wel kans. Leuke "bijvangst" was een groep Noordse Kwikstaarten.

Invallende Rosse Grutto's en Zilverplevieren

Een wolk steltlopers, in dit geval vooral Rosse Grutto's, Zilverplevieren en Bonte Strandlopers.

Bewijsplaatje van de Amerikaanse Goudplevier, de vogel middenvoor. De vogels op de achterrand zijn Zilverplevieren.

Bewijsplaatje van de Amerikaanse Goudplevier. Middenin de groep, de vogel met de vleugels omhoog en zonder de voor Zilverplevier kenmerkende donkere oksels.

Het was inmiddels een uur of vijf en dus tijd om richting het hotel te rijden voor een welverdiende warme hap. De fanatiekelingen waren echter nog niet klaar, want 's avonds stond er nog een wandeling op het programma voor de nodige nachtvogels. Dus om een uurtje of negen zaten we alweer in het busje, hopend op wat activiteit in de polders rondom het Zuidlaardermeer. Helaas was het wat aan de koude kant en was het dus hard werken (de vogels riepen vaak maar kort), maar uiteindelijk hoorden we alle soorten waarvan we wisten dat ze er zouden moeten zitten: Blauwborst, Snor, Sprinkhaanzanger, Roerdomp, Porseleinhoen en uiteindelijk ook Kleinst Waterhoen (zij het kortstondig). Rond middernacht was het dan echt tijd om het "een dag te noemen", om er maar eens een lelijk anglicisme in te gooien. De volgende dag begonnen we, met het oog op de inspannende dag ervoor, niet al te vroeg en togen we in alle rust richting Lauwersmeergebied. De eerste stop was de Zoutkamperril, waar de Blauwborsten duidelijk met een tweede zangpiekje bezig waren en waar we verrast werden door een schitterende vrouw Visarend die over kwam zeilen!

Blauwborst in het landschap (less is more is helemaal hip tegenwoordig ;-))

Visarend

Het Jaap Deensgat was aardig rustig, maar de stop nabij het Lauwersnest was leuk met zingende Fluiters, Wielewalen en een Nachtegaal die zich werkelijk ongekend goed liet horen en ZIEN!

Uitgebreid een Nachtegaal kunnen zien zingen, dat gebeurt toch echt niet vaak!

De middag stond in het teken van de steltlopers. In het nieuwe gebied Bochtjesplaat was de afstand een beetje een plaaggeest, maar ondanks dat kon uiteindelijk met wat moeite toch de laatste specialiteit worden binnengeharkt: een Breedbekstrandloper liep op telescoopafstand tussen wat Bontbekplevieren te foerageren en maakte het ons bepaald niet makkelijk! Een foto lukte dan ook niet, maar u moet ons maar gewoon geloven ;-). Verder waren hier o.a. Groenpootruiters, een Drieteenstrandloper, Kleine Strandloper en een Dwergmeeuw te zien. Inmiddels trok het dicht en begon het ook te regenen en was de vraag hoe het laatste uur van het weekend nog het beste gevuld kon worden. Normaal zijn we alles behalve fans van vogelhutten (ze zijn vaak dramatisch gebouwd, krap en je ziet en hoort niets meer van wat er overvliegt), maar in dit geval hadden we weinig keus en togen we toch maar naar de hut in de Ezumakeeg. Dit bleek achteraf en bij toeval een meesterzet, want wat zich vervolgens allemaal voor de neus van de deelnemers afspeelde was ronduit memorabel. Niet alleen zaten de vogels heel erg dichtbij, er zaten ook erg leuke soorten tussen en we kregen een werkelijk fantastische show voorgeschoteld van één van de meest tot de verbeelding sprekende steltlopers: de Kemphanen. Meerdere mannetjes deden waarop je hoopt bij de soort in deze tijd van het jaar: de hormonen de vrije loop laten en vechten voor de ook aanwezige vrouwtjes! We waren ook nog getuige van een wat bizar fenomeen, namelijk een paring van twee mannetjes. Dit gedrag bleek na wat rondzoeken op internet niet vreemd; dit vonden we als onderschrift bij een foto op Dutch Birding, van de hand van Kemphaandeskundige Johan van Rhijn: "Het beeld van twee parende kemphaan mannen komt me niet onbekend voor. Er is hier geen faar bij betrokken. Dat zijn mannen die er als vrouw uitzien, wel iets groter zijn, maar duidelijk minder groot dan de andere mannen. Hier gaat het om een honkman (de donkerste) en een satelliet (de lichtste). Honkmannen verdedigen een eigen plek op de batltsplaats, maar dikwijls ook op plekken waar groepjes tijdelijk neerstrijken, vooral als er hennen in de buurt zijn. Satellietmannen verdedigen geen eigen plek, maar voegen zich meestal bij een honkman. Daar maken ze meer kans om met een hen te paren. Ze staan of zitten dan tegenover elkaar en draaien om elkaar heen, alweer vooral met hennen in de buurt. Als ze dan geen kans krijgen om te paren met een hen, paren ze wel eens met elkaar. Bedenk daarbij dat kemphanen echte ‘haantjes’ zijn. Ze kunnen in hoog tempo met verschillende hennen paren. Kemphanen hebben verhoudingsgewijs verreweg de grootste testikels van de strandlopers en aanverwanten. De faar is daarbij helemaal de kampioen. Je kan je voorstellen dat als er hennen in de buurt zijn waarmee ze niet kunnen paren, de ‘nood’ zo hoog wordt dat ze het meest voor de hand liggende substituut nemen. Ik hoop dat ik de context iets heb kunnen verduidelijken"

De twee parende mannetjes; wel een bijzonder gezicht!

Aanvaring...

Haantjesgedrag

Kemphaan in de houding


Kemphanenarena

U kunt zich vast voorstellen dat het lastig was om de aandacht te verleggen, maar dat was wel nodig want er was zoals gezegd nog veel meer te zien. Kleine Strandlopers, Temmincks Strandlopers, Krombekstrandlopers, Kleine Plevieren, Bonte Strandlopers en Zomertalingen liepen soms letterlijk rond de hut. Prachtig! De Zwarte Zwaan die langs vloog mag dan wel niet op de soortenlijst maar was toch ook best het aanzien waard!

Temminck Strandloper

Zomertaling

Kleine Strandloper


Krombekstrandloper


Temmincks Strandlopers


Kleine Plevier

Kleine Strandloper (links) en Bontbekplevier

Zwarte Zwaan

Het weekend van 2020 staat inmiddels online en is te boeken. We gaan maar één keer en met één busje, dus wacht niet te lang als u ook een keer aan den lijve wilt ondervinden dat er inderdaad NIETS boven Groningen gaat!



340 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page