Het wordt een zeer drukke week vol privé-excursies en juist nu meldt zich een extra doch zeer genode gast: Koning Winter is alom en prominent aanwezig en dat is zeker geen straf te noemen. Bijna altijd zijn uitzonderlijke weersituaties voor vogels en vogelaars zeer interessant. Of het nu een strakke zuidoostelijke stroming in het voorjaar, een noordwesterstorm in het najaar of een plotselinge winterinval is: vogels gaan zich anders gedragen, niet zelden levert het onverwachte soorten op en het is spannend om buiten te zijn en te zien hoe de natuur in het algemeen en vogels in het bijzonder omgaan met de omstandigheden. Kortom: we zijn heel benieuwd naar wat de komende periode gaat opleveren.
Sowieso levert het mooie en sfeervolle wandelingen op in een winterwonderland dat we lang niet hebben meegemaakt. Gisteren mocht ik met vogelaar Roel uit Zuid-Holland op pad in het noorden om te proberen wat nieuwe soorten op zijn nog redelijk jonge soortenlijst toe te voegen. De omstandigheden buiten waren nog niet helemaal zoals je wenst, want we hadden nog wat last van de naweeën van de winterstorm op zondag. Het was bewolkt, de wind was nog venijnig stevig en er dwarrelde nog wat sneeuw rond gedurende de dag. We besloten derhalve wijselijk om de route enigszins in te korten, zeker in de ochtend vooral de luwte op te zoeken en te gokken op twee gebieden die relatief dichtbij elkaar lagen en met wat geluk een aantal nieuwe soorten zouden kunnen opleveren: de bossen rondom Beetsterzwaag alsmede het Fochteloërveen en omgeving.
Toen we de eerste stappen in de bossen zetten, leken de vogels langzaam maar zeker wakker te worden. De grote aantallen Kool- en Pimpelmezen vielen meteen op, maar langzaam maar zeker kwamen er ook wat andere en daarmee nieuwe soorten wat lager foerageren. Goudhanen, Glanskoppen, Boomkruipers, Boomklevers, Kuifmezen, Grote bonte spechten, Holenduiven: het zijn voor mensen die vaak in bossen komen nou niet meteen heel zeldzame soorten, maar voor Roel betekende het toch enkele "vinkjes". Een Middelste bonte specht betekende ook een vinkje, maar dat vinkje was wel voor verbetering vatbaar; Roel kreeg 'm kort in beeld maar helaas vloog de vogel vrijwel meteen weg, never to be seen again. De beste soort was ongetwijfeld de zingende Kortsnavelboomkruiper (ondersoort van de Taigaboomkruiper), het eerste territoriale exemplaar (?) van Friesland. Deze troffen we al vrij snel aan op de plek waar ook andere vogelaars 'm in de afgelopen week af en toe vonden en liet zich heel erg mooi zien en horen. De verschillen met "onze" Boomkruiper konden zo heel mooi worden vastgesteld! De zoektocht naar Houtsnippen aan de grond (in sneeuwtijd zijn de kansen daarop aanzienlijk groter) leverde "slechts" twee opvliegende vogels op; ze bleken ons dus nog steeds te snel af ;-)
Een aantal soorten liet zich helaas slechts horen en kregen we niet (goed) in beeld: Appelvink, Goudvink en Sijs, onder andere; er stonden te veel bomen in het bos. Een Eekhoorn is altijd een leuke en vermeldenswaardige waarneming, dus hierbij.
Na de bosochtend volgde de verplaatsing richting het tweede onderdeel van de dag, de veenmiddag. Het was her en der nog wat glibberig, dus we reden rustig en behoedzaam. Dat leverde o.a. een waarneming van een mooi mannetje Goudvink op, helaas echter net aan de verkeerde kant van de weg voor Roel.
Het Fochteloërveen lag er prachtig en enigszins verstild bij, maar nadere inspectie leverde toch al snel het nodige leven op. Het waren vooral talloze ganzen, maar ook de nodige roofvogels die ons al meteen op scherp zetten, en hoe!? De eerste en tweede roofvogel die we in beeld kregen waren een onvolwassen en een volwassen Zeearend, die vanuit verschillende kanten het gebied in vlogen. Met name die laatste was prachtig te zien toen 'ie laag over het besneeuwde veen voorbij flapte om vervolgens hoogte te winnen en uit zicht te verdwijnen.
Ook Blauwe kiekendieven waren opvallend aanwezig, waarbij met name prettig was dat het percentage (sub)adulte mannetjes groter leek dan op andere locaties die we deze winter hebben bezocht. Ik zou niet weten wat daar de verklaring van zou kunnen zijn, maar we troffen gedurende de middag opvallend veel van die prachtig uitgekleurde mannen. Veel mooier worden roofvogels toch niet gemaakt, als je het mij vraagt!
Ondanks dat Blauwe kiekendieven niet te versmaden zijn en je bij elke vogel steeds weer keihard geniet (ik wel, tenminste ;-)), was de soort niet het hoofddoel voor de middag. Dat waren, uiteraard, de uithangborden van dit gebied: de Kraanvogels. Ze zijn hier in principe jaarrond te vinden, maar je moet wel even weten waar je moet zoeken, zeker in deze winterse tijden. We zagen ze echter op twee locaties rondom het veen; eerst een groep van zeven vogels, later een groep van zestien. Daarmee hadden we een significant deel van de lokale populatie in beeld gehad!
Tijdens onze tocht rondom het gebied pikten we her en der natuurlijk ook nog de nodige andere "krentjes" mee. In Ravenswoud was bijvoorbeeld een particuliere voederplek vergeven van de vogels, waaronder flink wat Kepen. Dat was wederom een soort die Roel nog nooit bewust had gezien, dus dat gaf deze toch al mooie soort een extra kleur!
Toendrarietganzen zijn tussen november en maart in grote aantallen aanwezig op de akkers die grenzen aan het Fochteloërveen. Die soort is in de omgeving van Rotterdam een stuk schaarser, dus ook die kon nieuw worden bijgeschreven op zowel de daglijst als de levenslijst van Roel. De meeste groepen zaten op relatief grote afstand, maar gelukkig troffen we ook enkele kleinere groepjes dichtbij. Wel zo leuk om een nieuwe soort ook meteen mooi te kunnen bekijken, nietwaar?
Op onze omzwerving kwamen we op een zandgat dat nog niet was dichtgevroren een bonte mix aan soorten tegen. De leukste ervan waren een verkleumde Casarca, twee mannetjes Nonnetje en een familie van twee volwassen en vier jonge Wilde zwanen. Vlak daarbij zwom ook een Zwarte zwaan; een wonderlijke ontmoeting tussen continenten ;-)
Inmiddels vorderde de middag en werd het gevoelig kouder In een laatste poging nog wat Kraanvogels (van wat dichterbij) te kunnen zien kwamen we uit bij een veldje waarin zich vele honderden zangvogels bevonden. Het waren werkelijk indrukwekkende groepen, die voornamelijk bestonden uit Vinken, Kepen, Rietgorzen en Geelgorzen. Wanneer er een Blauwe kiekendief passeerde of wanneer de groep anderszins werd opgeschrokken, werd pas duidelijk om hoeveel vogels het ging. Helaas was het tafereeltje niet goed vast te leggen vanwege slecht licht en net te grote afstand, dus u moet het maar geloven ;-)
Met dit spektakelstuk betekende een waardig een einde van de eerste échte winterexcursie van 20/21. Mocht u nou ook eens zin hebben om ergens de komende weken een dag privé op stap te gaan, met of zonder Koning Winter, laat het gerust weten en neem contact met ons op!
Comentarios