Het is het ontzettend leuke aan het geven van dan wel het deelnemen aan vogelexcursies: er zijn er geen twee hetzelfde. En normaal gezien is dat niet erg en is het juist die onvoorspelbaarheid die ons steeds maar weer naar buiten drijft. Maar aan de andere kant: als je twee excursies achter elkaar geeft die zo'n beetje de zelfde route volgen, hoop je toch dat beide groepen min of meer gelijkelijk bedeeld worden. Maar net als afgelopen week bij Westhoek helde de weegschaal toch wat over naar de kant waarop de soorten van de eerste excursie lagen opgestapeld.
Ditmaal ging het om de excursie "roofvogels in Groningen en Noord-Drenthe. Na een recordjaar voor Grauwe kiekendieven leek het een goed moment om weer eens richting de uiterste noordoostpunt van Nederland te gaan om de juvenielen, die daar nu (deels) nog rondvliegen, te gaan bekijken en tegelijk links en rechts wat andere roofvogels mee te pikken.
Welnu, gelukkig kregen beide groepen deze fantastische vogels mooi in de kijker. Ook een andere typische nazomerroofvogel (tenminste, overal behalve in de Biesbosch), Visarend, werd door beide groepen mooi gezien. Sterker nog, deze soort deed voor de tweede excursiegroep nog net even beter z'n best dan voor de eerste.
Maar op andere vlakken viel de eerste groep net iets dieper met de neus in de boter dan groep 2. Het waren overigens niet de aantallen roofvogels die het verschil maakten (wat vliegen er veel Bruine kiekendieven, Torenvalken en Buizerds rond!), maar wel de variatie en de krenten. Op de eerste excursie zagen we bijvoorbeeld 10 verschillende soorten roofvogels (waaronder Zeearend, Blauwe kiekendief en Boomvalk), de tweede groep geraakte niet aan de dubbele cijfers. Beide groepen kregen dan weer wel Reuzensterns en een IJsvogel, maar de eerste groep pikte ook nog een Kwak (!) en een Koekoek mee.
Ach ja, zo gaat dat met dieren met poten en/of vleugels; je kunt keihard je best doen en de goede plekken bezoeken, soms laten ze zich gewoon even niet of minder goed zien. Maar juist dit aspect, dat je niet of nauwelijks in de hand hebt en waar je je dus eigenlijk niet druk over zou moeten maken, vind ik als gids soms nog het lastigst om te accepteren. Als je weet hoe het in een gebied kan zijn en wat er zou moeten zitten maar het lukt niet (goed genoeg), houd ik er toch een moeilijk te onderdrukken gevoel van teleurstelling aan over. Alsof je toch een heel klein beetje gefaald hebt, maar dat slaat als het om natuur gaat natuurlijk nergens op. Iedereen snapt hoe het werkt en dat je vogels nooit tevoorschijn kunt toveren. Maar ratio en gevoel; het blijven twee krachten die in één lange wedstrijd armpje drukken verwikkeld zijn.
Afijn, hieronder nog wat losse plaatjes van de twee dagen, die overigens en ondanks alles uiteindelijk beide heel leuk en gezellig waren. Ik wil de beide groepen daarvoor dan ook hartelijk danken!
Comments