De volgende privé-excursie van de inmiddels indrukwekkend lange serie in de afgelopen maanden was er één met beginnend vogelaar Steven uit Noord-Holland. Van zijn familie had hij een dagje vogelen met ons/mij cadeau gekregen (een prachtcadeau, als je het mij vraagt ;-)) en hij verzilverde 'm vandaag in de vorm een rondje Fochteloërveen in combinatie met het Zuidlaardermeer. We hadden er beiden erg veel zin in, maar de Weergoden deden er alles aan om ons te ontmoedigen. Het werd een dag met regelmatig buien (we kregen een boeketje van regen, natte sneeuw en hagel) en een harde, koude westenwind. Niet bepaald aantrekkelijke omstandigheden, maar in retrospectief kunnen we alvast concluderen dat we er toch een behoorlijk goede dag van hebben weten te maken. Stevens levenslijst liet namelijk nog ruimte voor uitbreiding en ik verklap alvast dat we zijn totaal met 9, of misschien 9,5, of wellicht zelfs 10 soorten wisten op te krikken!
De dag kwam echter wat traag op gang. Het eerste ritje door het veen leverde "slechts" een nog best forse groep van vooral onvolwassen Wilde zwanen op.
"Ingewijden" weten inmiddels dat er in de omgeving van het Fochteloërveen enkele paartjes Grote gele kwikstaarten broeden. Wij brachten een kortstondig bezoek aan één locatie en vonden al vlot een mannetje en een vrouwtje. Altijd leuk en zeker niet algemeen buiten de wintermaanden!
Vervolgens stond een korte wandeling naar het Esmeer op het programma. Hier bleek dat de lage temperaturen en harde wind de levendigheid van (de inwoners van) het bos bepaald niet ten goede kwam. Het was stil en ook de vaak aanwezige Klapekster liet verstek gaan. Wel zagen we de eerste twee nieuwe soorten voor Steven: een Blauwborst (ook mijn eerste van 2021!) en een Kuifmees. Een voorbij vliegende Kraanvogel was niet nieuw maar wel zijn mooiste tot nu toe en ook een Havik was noemanswaardig. Verder hoorden we een Zwarte mees langdurig zingen, maar die kregen we niet in beeld. Mag je die dan tellen als nieuwe soort, is dan de vraag? Iedereen moet zo'n vraag natuurlijk voor zichzelf beantwoorden. Op, bijvoorbeeld, een Honderd soortendag geldt de regel zoals die algemeen gangbaar is onder vogelaars: "Horen is scoren". Echter, als je niet begint met vogelen en het betreft een nieuwe soort, is alleen een zang dan genoeg voor een vinkje? Steven noteerde 'm niet (of misschien half ;-), dus stond de teller voor alsnog op twee nieuwe.
Op een tweede poging door het veen was het wel raak met één van de soorten die je op een dergelijke dag niet mag missen. Steven kreeg als eerste een Klapekster in de smiezen, die vanwege de harde wind wat lager dan gebruikelijk in een struikje zat. Tijdens een korte jacht zagen we hem vervolgens een kikker vangen, waarmee hij uiteindelijk ver weg vloog. Leuk!
Op ons gemak slalomden we tussen de buien door door het veen en niet veel later konden we alweer vol op de rem: een paartje Kraanvogels liep vlak naast de weg en liet zich uitgebreid bekijken. Toen er vervolgens ook nog twee raven hard roepend en keihard achter elkaar aan jakkerend vlak over de auto vlogen, waanden we ons even in oostelijk Duitsland!
We begonnen er toch langzaam maar zeker lekker in te komen (het begrip "warm draaien" gebruik ik maar even niet, gezien de temperatuur en de regelmatige hagelbuien die we over ons uitgestort kregen) en het idee was om het bezoek aan het Fochteloërveen af te sluiten aan de kant van Ravenswoud. Ironisch genoeg was dit dorp de plek waar het jaren geleden begon met de terugkeer van de Raaf als broedvogel in Noord-Nederland en ook nu hoor je hier z'n karakteristieke, indrukwekkende roep vrijwel altijd als je door het bos wandelt. Ook wij hadden het geluk om er nogmaals één in beeld te krijgen. En hoe!
Een eindje verderop zagen we eerst één Kraanvogel in het veld liggen (!) en vervolgens vonden we niet minder dan 18 exemplaren samen op een ruig veld. Ze liepen op fikse afstand, maar met behulp van onze vriend Swaro konden we ze mooi bekijken.
Op zoek naar de laatste soort die Steven in dit gebied nog "moest", Geelgors (normaal gezien toch niet bepaald een lastige soort, maar de omstandigheden zaten gewoon niet mee), blunderden we wel tegen een mooi koppeltje Goudvinken aan. Ook deze soort was nieuw en liet zich prachtig zien. Ze mogen dan niet retezeldzaam zijn, we zien ze toch opvallend weinig tijdens excursies en al helemaal niet goed en/of langdurig. Een buitenkansje, dus. En die Geelgors, die kwam bij het uitrijden van het gebied ook nog goed!
De reden waarom Steven een jaar geleden is begonnen met vogels kijken was zijn voorliefde voor roofvogels. Welnu, als je dat is overkomen, dan is er natuurlijk maar één roofvogel die je sowieso in Nederland gezien moét hebben: de Zeearend. Deze soort stond dan ook met superstip bovenaan het wensenlijstje voor vandaag en in het Zuidlaardermeergebied moest het gaan gebeuren. Zoals bekend bevindt zich daar een nest, maar het vrouwtje is inmiddels aan het broeden en derhalve nagenoeg onzichtbaar. Onze hoop was dan ook gevestigd op het mannetje, dat in deze tijd vaak ik de nabijheid van het nest rondhangt, de boel in de gaten lijkt te houden en eventueel gevaar in de kiem probeert te smoren. Toen we de auto aan het begin van de zandweg hadden geparkeerd was al snel duidelijk dat we geluk hadden: manlief zat praktisch naast het nest op de uitkijk! Toen we de telescoop aan het uitklappen waren, was er ineens actie: de vogel leek iets in het weiland te zien, iet zich uit de boom "vallen" en landde in een slootrand. Na wat onzichtbaar gedoe hield hij het uiteindelijk voor gezien, vloog op en na wat rondjes boven het bos verdween 'ie uiteindelijk de polder in. Dit heet de neus in de boter en was een prachtige eerste waarneming van deze fantastische soort voor Steven. Aan zijn kreten van enthousiasme te horen, dacht hij er ook ongeveer zo over. En ook mij vervelen Zeearenden werkelijk nooit. Zonder pocherig te doen heb ik de soort inmiddels vast enkele honderden keren gezien, maar ik kan nog steeds enorm van ze genieten. Mocht ooit de dag aanbreken dat dat niet meer het geval is, dan stel ik hierbij mijn camera, telescoop en verrekijker beschikbaar en zoek ik per direct een andere hobby!
We in het algemeen en Steven in het bijzonder konden zeer tevreden zijn met deze prima waarneming. De vlotte ontmoeting gaf ons daarnaast nog tijd om de polder in te trekken om wellicht nog wat leukerds te kunnen toevoegen aan de toch inmiddels al vrij indrukwekkende daglijst. Het was nog steeds buiig en de wind leek in de vlakke polders alleen maar harder te waaien en kouder aan te voelen. Desalniettemin deden de vogels hun best om zich te laten zien en horen en een Slechtvalk, die meermaals door de polders jakkerde, stookte de boel ook nog eens flink op. Zo werd duidelijk hoeveel vogels er op dit moment in het gebied verblijven: Brandganzen, Spreeuwen, Grutto's, Kemphanen, Tureluurs, diverse soorten eenden, maar ook Graspiepers en Veldleeuweriken: het is leuk vogelen en het wordt de komende tijd alleen maar leuker.
Al snel vonden we nieuwe soort nummer acht voor Steven: een mannetje Zomertaling zwom tussen o.a. Smienten en Krakeenden. De vogel zwom niet heel dichtbij, maar was door de telescoop prima te zien (als je door je traanogen vanwege de harde wind heen kon kijken, tenminste ;-)). Stiekem waren we echter ook op zoek naar de soort die de kers op de taart zou zijn. Al enkele weken hangt er een paartje Roodhalsganzen rond in het gebied. Echter: ze bestrijken een flinke oppervlakte, lang niet alle locaties zijn goed te overzien, er is regelmatig paniek vanwege allerhande oorzaken en er zijn nog steeds duizenden ganzen aanwezig. Allemaal complicerende factoren, die nog opgeteld konden worden bij het slechte weer. Het was dus ook niet heel onlogisch dat we ze niet konden vinden. Echter, net toen we de pijp aan Maarten wilden geven, zagen we een melding binnenkomen: Roodhalsganzen langs de Noorderhooidijk. Dat was op vijf minuten rijden en een kwartiertje lopen (de weg kent een inrijverbod) van waar we stonden! De beslissing was snel genomen: deze kans moesten we grijpen om de dag helemaal af te maken. Vijf minuten later parkeerden we de auto aan het begin van de weg in kwestie en zagen we in de verte al een fikse groep Brandganzen zitten. Echter, net toen we naderden kwam er een Ooievaar aanflappen, die door de ganzen klaarblijkelijk verkeerd werd gedetermineerd. De hele groep vloog in paniek op... Leuk, hoor, dat het weer goed gaat met Ooievaars in Nederland, maar even NIET als wij naar Roodhalsganzen zoeken! Na een tijdje landde de grote groep weer, iets verderop in het gebied maar nog steeds bereikbaar. We zetten de pas er stevig in om eventueel volgend gevaar te snel af te zijn, maar werden toch gepasseerd door een hardloper, die nietsvermoedend recht op de groep af draafde. Leuk, hoor, dat Nederland massaal beweegt, maar even NIET als wij naar Roodhalsganzen zoeken! Toen ik de koppies alert omhoog zag gaan, wist ik dat hoe laat het was/zou worden. Snel zette ik de telescoop op de groep en zowaar: Daar stonden ze gewoon! Snel liet ik Steven kijken en ook hij wist ze nog te zien alvorens het onvermijdelijke gebeurde: alles ging weer hoog en hard de lucht in...
Het duurde wederom ettelijke minuten voor de groep weer naar beneden kwam. Ze zaten wel wat verder het gebied in, maar al snel lukte het toch om de twee pareltjes en exemplaren 7 en 8 van deze winter er weer uit te pikken. Wat een beauties en wat een knalsoort om deze dag voor Steven mee af te sluiten!
Omdat het niet mooier meer ging worden en we inmiddels ook al in de vooravond waren beland (Steven moest nog een stukje terug en de avondklok doemt op een gegeven moment op), besloten we dat deze soort het slotstuk moest zijn van een al met al toch prima vogeldag. Negen mooie nieuwe soorten op een winderige en koude dag in maart; da's niet misselijk!
Steven, bedankt voor je enthousiasme en graag tot snel, maar dan bij minimaal tien graden meer en drie beaufort minder ;-).
Comments