De volgende privé-excursie in de inmiddels indrukwekkende serie was er één met Tineke en haar man. Tineke had als enige grote wens om een keer een Wielewaal te zien in Nederland, nadat ze ze al wel eens in Spanje in de kijker had gekregen. Iedereen die daar echter wel eens werk van heeft gemaakt weet hoe lastig het is. Ik noem de Wielewaal wel eens de meest onopvallende opvallende vogel van Nederland. Ze, en met name de mannetjes, zijn even knalgeel als kneiterlastig te vinden. Horen gaat wel, maar vanwege hun voorkeur voor de dichtst begroeide kruinen van hoge populieren en hun vrij rusteloze karakter, kan een mooie en enigszins langdurige blik van een vogel op een tak wel eens een heidens karwei zijn.
Afgelopen maandag, toen de excursie plaatsvond, troffen we het alvast met het weer. Achteraf hoorden we dat het in grote delen van het land flink nat is geweest, maar wij hadden heerlijk en rustig weer en op kortstondig gedruppel wat geen naam mocht hebben na was het droog en aangenaam. Op zichzelf prima omstandigheden om naar vogels in bomen te zoeken, maar de Wielewalen besloten zichzelf niet cadeau te geven. We zouden er flink voor moeten werken, maar ongeveer 7.500 stappen later was er toch het moment van euforie en blijdschap. Na een vogel of 6 te hebben gehoord, kregen we op een prachtige open plek uiteindelijk een subliem vliegshowtje voorgeschoteld en konden we zowaar enkele vogels "langdurig" bekijken. Heel erg gaaf en een heel fijn moment, nadat overigens de weg naar de apotheose ook verre van vervelend was. Op een gegeven moment stonden we namelijk op een plek waar letterlijk tegelijk en door elkaar heen een Spotvogel, een Wielewaal, een Koekoek, een Snor en een Buidelmees aan het zingen waren. Geweldig! Alle genoemde soorten, op Snor na, hebben we ook prachtig in de kijker gehad en ook waren enkele Appelvinken en een Grauwe vliegenvanger van de partij.
Overigens begon ik iets te gehaast aan dit blog, want de dag begon met een Ransuil (mag toch niet ongenoemd blijven) alsmede een jagend adult mannetje Blauwe kiekendief. Die laatste waarneming mag toch wel enigszins opmerkelijk genoemd worden, omdat verreweg de meeste inmiddels terug richting het noorden zijn. Daar komt bij dat de velden waarboven de vogel aan het jagen was er eigenlijk best uitzagen als potentieel broedgebied, dus wellicht is hier iets moois aan de gang!
Afijn, de Wielewalen en vele mooie "bijvangsten" waren gezien, dus hadden we de rest van de middag voor de rest van Lauwersmeer. Om de ene bui die vlak langs dreef te ontwijken reden we rustig langs het Groninger deel van het gebied en lunchten we bij de uitkijktoren van het Oude Robbengat. Hier zat niet gek veel, maar was wel een paartje Futen vlak voor ons vooral met elkaar bezig en baltsten mooi en luidruchtig.
Na een rondje haven (Visdiefjes, Steenlopers) togen we richting Bantpolder. Het buiengevaar was geweken en aangezien mijn gasten echte wandelaars waren, maakten we ons op voor nog maar eens 7500 passen middels een wandeling door de Bantpolder en over de Waddendijk (de bekende driehoek).
Het was al snel duidelijk dat het hoog water was op de Waddenzee, want de akkers langs de dijk door de Bantpolder zaten stampvol met Bonte strandlopers en Bontbekplevieren. Daartussen liep één eenzame Goudplevier (in mooi zomerkleed) en heel ver weg zag ik kort een groepje van negen Morinellen vliegen. Wat ook duidelijk was, was dat inmiddels vele ganzen de weg naar het noorden hebben gevonden. Er heerste een haast weemoedige rust in de polders, waar het op enkele kleine groepjes Brand- en Rotganzen na veel leger was dan we de afgelopen wintermaanden gewend waren. Echter, toen één van de plukjes Rotganzen langs ons vloog, klonk daar tot mijn grote vreugde ineens wel het overbekende, hoge, tweelettergrepige gakje van mijn favoriet: de Roodhalsgans! Al snel vonden we de vogel terug (met mannetje bleef ook aan de grond flink vocaal) en bleek er zelfs nog een tweede vogel én een Witbuikrotgans bij te lopen! Stond de ochtend dus in het teken van de voorjaarsvogel bij uitstek, in de middag was het dus de "Koning van de winter" die de show stal!
Eenmaal op de Waddendijk ontvouwde zich, met het afgaan van het water, een waar steltloperspektakel. Enorme groepen verplaatsten zich naar drogere en voedselrijke slikplaten die langzaam droog kwamen te liggen en lieten zich daarbij, in het weidse Waddenlandschap, mooi zien. Zo kon ik mijn gasten o.a. Bonte strandloper, Zilverplevier, Rosse grutto, Bontbekplevier, Kleine strandloper, Drieteenstrandloper, Kanoet, Bontbekplevier, Steenloper, Tureluur en Groenpootruiter laten zien, alle in prachtig zomerkleed. Ook kwamen er nog (geruisloos) twee Zwartkopmeeuwen overvliegen, die we helaas pas opmerkten toen ze al van ons af vlogen. Wat is dit toch een superplek, vooral als je er op het juiste moment bent!
Eenmaal terug bij de weg langs de Bantpolder konden we als afsluiting genieten van de weelde aan weidevogels die het gebied nog herbergt. Al lopend hoor je constant Grutto's, Tureluurs, Graspiepers, Scholeksters, Wulpen en Veldleeuweriken om je heen; iets om te koesteren!
Ruim 15.000 passen na aanvang van de excursie zaten we enigszins moe maar zeer voldaan terug in het busje en was de dag dankzij een dankbare combinatie van weer en vogels meer dan geslaagd!
Comments