Gisteren (donderdag) mocht ik (Martijn) eindelijk aan de bak voor de eerste privé-excursie van 2021. De Australiër Henry had zijn Nederlandse vriendin een dag vogels kijken met ons cadeau gedaan en de keuze voor viel (uiteraard) op Noord-Nederland; daar is het immers vogeltechnisch te doen dezer dagen, naast uiteraard de Zeeuwse Delta. Gids Lazar Brinkhuizen had dit kalenderjaar al twee succesvolle dagen achter de rug en had, naast de inmiddels haast gebruikelijke soorten, op één van de tours zelfs de Oehoe weer eens te pakken gehad, dus de lat lag hoog!
De afgelopen jaren heb ik als gids een aantal lessen geleerd en de excursie van vandaag bleek een aantal van die lessen in zich verenigd te hebben. Het is altijd goed om ze weer even op te frissen bij aanvang van een nieuw excursiejaar: - Neem een excursie en soorten nooit als vanzelfsprekend aan. Zoals u inmiddels heeft kunnen lezen lukt het ons heel vaak om de gewenste soorten voor u te vinden, maar in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Ook na tien keer slagen kun je de elfde keer zo maar wat missen. - De gids vindt het vaak vervelender om een soort te missen dan de deelnemers. Als je weet hoe het kan zijn, wil je eigenlijk dat het altijd zo is (perspectief gids). Als je met open vizier een dag in gaat, ben je blij met wat je ziet en snap je dat niet alles altijd lukt (perspectief deelnemer). - De natuur verrast je steeds weer en elke excursie brengt onverwachte momenten en soorten. Je kunt de route plannen en kansrijke locaties kennen voor doelsoorten, maar het is (gelukkig!) een illusie om te denken dat je een dag naar je hand kunt zetten.
- Je moet altijd naar buiten, weer of geen weer. Er is altijd wat te doen, altijd wat te zien en zelfs op mindere dagen stelt de natuur je nauwelijks teleur. - De deelnemers van onze excursies zijn zonder uitzondering ontzettend leuke en enthousiaste mensen. Gidsen voor Birdingholland.nl voelt dan ook niet bepaald als werken; het is een voorrecht om met fijne mensen in de natuur te mogen zijn. - Er zijn geen betere manieren om even geheel aan de buitenwereld en het nieuws te ontsnappen dan door middel van een dagje de natuur in! Deze lessen echter waren stof tot reflectie toen ik na afloop van de dag terug reed. Toen ik mijn gasten 's ochtends ontving, startten we zoals inmiddels gebruikelijk met een kort ritje naar de plek waar zich een paartje Bosuil ophoudt. Het was echter nog nauwelijks licht, de lucht was leigrijs en de motregen wasemde gestaag op de voorruit; als ik een Bosuil was dan wist ik het wel, maar ik hoopte vurig dat mijn inlevingsvermogen in uilen me in de steek zou laten. Dat bleek helaas niet het geval, want de vogel(s) zaten niet in de gebruikelijke boomholte en ook in de nabije omgeving kon ik ze niet vinden. Een valse start, dus, en met de weersomstandigheden die er ook na de tevergeefse zoektocht nog niet heel hoopvol uitzagen, had ik er heel even een hard hoofd in. Maar gelukkig zijn er dan altijd de Ransuilen; deze hebben ons in al die jaren nog nooit teleurgesteld en ook vandaag zorgden ze weer voor een prachtige belevenis. Vanwege het gebrek aan degelijk licht heb ik bij wijze van uitzondering een keer geen foto's gemaakt, maar geloof me: ze lieten zich geweldig zien (door de telescoop kon je de veertjes op de koppies tellen) en hun aanwezigheid werd zeer gewaardeerd! Dat gaf de burger moed en toen ook de regen langzaam minder werd zag de nabije toekomst er alweer een stuk vrolijker uit. We zetten derhalve koers richting Lauwersmeer. De uitkijkheuvel aan de zuidwestkant van het gebied is vrijwel altijd een succes. Niet alleen is het landschappelijk één van de mooiste locaties van het nationaal park met een fenomenaal, weids uitzicht, met wat geduld zie je hier (dankzij de 360 graden panorama) eigenlijk altijd wel leuke soorten. Na een korte glijpartij over een modderig begin van het pad kwamen we bij de heuvel terecht en daar begon wat achteraf bleek het mooiste uurtje van de dag en nu al één van mijn persoonlijke hoogtepunten van dit excursiejaar (zo niet, dan moeten er wel heel grootse dingen staan te gebeuren)! De eerste soorten die we in de kijker kregen waren enkele roofvogels, waarvan de Blauwe kiekendieven het meest in het oog sprongen. We zagen enkele vrouwtypes (dus of volwassen vrouwtjes, of jonge vogels, die er allemaal min of meer gelijk uitzien), maar gelukkig ook een volwassen man. En eigenlijk kun je pas dan zeggen dat je écht een Blauwe kiekendief hebt gezien ;-)
De Baardmannen wilden niet omhoog komen en die hoorden we dus alleen, maar het groepje zangvogels dat zich langzaam naar de heuvel leek te verplaatsen kwam daar uiteindelijk wel terecht en zeker drie Vuurgoudhanen toonden zich uiteindelijk in volle glorie. Zo veel kleur op een grijze dag; het doet haast pijn aan de ogen ;-)
Maar toen barstte het echte geweld los. Het begon met de Zeearenden. We zagen er al vlot drie zitten, maar die zaten zo ver weg dat het zelfs met de telescoop niet bepaald een topervaring was. Echter, na een tijdje kwam er wat actie in vooral twee jonge vogels, en waarop je hoopt maar wat eigenlijk nooit gebeurt, gebeurde nu wel: de beide vogels begonnen het gebied over te steken en kwamen recht op ons af gevlogen! Eentje passeerde uiteindelijk op een metertje of 200 (al zeer genietbaar), maar de tweede kwam letterlijk over ons hoofd! We konden 'm in de ogen kijken en we zagen ook dat het een vogel was die een zender meedroeg op z'n rug. Het is dus een exemplaar dat mee doet in een project van de werkgroep om te achterhalen waarheen de in Nederland geboren Zeearenden uiteindelijk uitwaaieren. Helaas was het nog steeds heel donker, dus de foto's zijn niet bepaald prijswinnend, maar ik hoop dat ze wel een indruk geven van de ervaring. En op één van de vogels zijn de zender, de kleine zonnepaneeltjes en de ringen duidelijk te zien!
Maar de koek was nog niet op, want de grootste verrassing van de dag moest nog komen. Bij het scannen van het water op zoek naar wellicht wat leuke eendensoorten viel mijn oog toevallig op een bruin bultje dat even kort aan de oppervlakte verscheen. Een Snoek? Een Muskusrat, wellicht? Het bultje verdween voor langere tijd, maar dook uiteindelijk toch weer op en had toen onmiskenbaar de vorm van... een koppie! Een koppie dat ik de laatste tijd in al mijn geluk vaker had mogen aanschouwen. Het was een OTTER! Snel probeerde ik mijn twee gasten te wijzen op de plek, maar dat viel in het open water nog niet meteen mee. Uiteindelijk zagen ze beiden "iets", leek het dier een slenk in te zijn gezwommen en leken we het te moeten doen met een mager bewijsplaatje van mijn eerste Otter ooit in het Lauwersmeergebied (en ik kom hier nog wel eens....) en de eerste Otter die we op een excursie zijn tegengekomen buiten de Weerribben!
Toen we na tien minuten niets meer zagen en ik mijn gasten op de achterkant van mijn camera liet zien wat het magere maar onomstotelijke bewijs was dat we toch echt een Otter hadden gezien (hun eerste wilde ooit), zag ik uit mijn ooghoek ineens weer een/de Otter zwemmen, maar nu een stuk dichterbij en hard in onze richting! Het dier liet zich nu geweldig aan ons alle drie zien, maar omdat er gedurende het grootste deel van de waarnemingstijd enkele rietpluimen voor de sensor wapperden en het nog steeds zeer donker weer was, zijn de foto's nog steeds niet top. Dat kan echter niet worden gezegd van de waarneming en de ervaring: werkelijk geweldig en gigantisch onverwacht!
Ik begrijp dat u na het lezen van de recente verslagen over de Otterexcursies in de Weerribben en het verhaal van "mijn achtertuin" wellicht de indruk kunt krijgen dat Otters inmiddels de nieuwe Hazen van Noord-Nederland aan het worden zijn, maar zo is het echt niet. Het is en blijft een zeer zeldzame, moeilijk te vinden en voornamelijk nachtactieve soort, die zeker buiten de kerngebieden nog alles behalve talrijk en immer kwetsbaar is. Elke Otterwaarneming is er dan ook één om te koesteren en je eerste wilde Otter zul je als natuurliefhebber ook niet zo snel vergeten. Mijn gasten waren dan ook zeer blij en zeg nou zelf: iemand die twintig jaar geleden zou hebben voorspeld dat je na een uurtje op de uitkijkbult in het Lauwersmeergebied zou teruglopen met drie Zeearenden, vele Grote Zilverreigers en één (of twee) Otters "op zak", zou je toch meteen voor gek hebben uitgemaakt!
De dag was eigenlijk inmiddels al geslaagd, maar natuurlijk mocht een wandeling buitendijks niet ontbreken. Op weg daarheen zagen we, naast duizenden Brandganzen en Kieviten, ook een mooi groepje Wilde Zwanen; ook een soort om geen genoeg van te krijgen.
Helaas bleek dat de wind inmiddels behoorlijk was aangetrokken en het bleek dan ook al snel dat dat de Velduilen geen zin hadden om die wind te trotseren. We misten die soort dan ook helaas, maar kregen er wel enkele andere kwelderspecialiteiten voor terug: IJsgorzen, tamme Sneeuwgorzen, tientallen Putters, enkele Fraters, een Kleine zilverreiger, Oeverpiepers en enkele van de gewone steltlopers. Daarnaast is het gebied zelf ook een lust voor het oog, dus dat de uilen even "niet thuis waren", was even jammer maar niet onoverkomelijk.
Bij het volgende tafereel dachten we even dat we bevangen waren door de kou, maar deze foto toont dat het toch echt gebeurd is...
Inmiddels was de middag aardig aan het vorderen en aangezien mijn twee gasten nog terug moesten naar Amsterdam, werkten we langzaam toe richting een einde. Het slotstuk zou moeten komen van de haven van Lauwersoog en gelukkig lukte dat aardig in de vorm van twee Zeehonden en een prachtige Roodhalsfuut!
Omdat ze toch via de oostkant van het Lauwersmeergebied terug moesten, beproefden we nog even ons geluk bij het Oude Robbengat, maar buiten wat Brilduikers was het daar verder rustig. Maar het was prima zo; het was een topdag waarbij we dus (en dat is zeldzaam) twee soorten uilen misten, maar daarvoor rijkelijk werden gecompenseerd in de vorm van een Otter en Zeearenden die je waarschijnlijk nooit meer beter gaat zien. Zo gaat dat!
Wilt u in deze coronaperiode nog een keer met ons op stap? Kijk dan HIER voor prijzen en mogelijkheden of neem contact met ons op!
Comments